Klik hier om deze bijdrage in PDF te lezen.
Het zelfbewustzijn is alleen de bewegingsloze tautologie van het ‘ik ben
ik’ (p.116)
Deze tegenstelling tussen zijn verschijning en zijn waarheid heeft als haar
wezen echter alleen de waarheid, namelijk de eenheid van het zelfbewustzijn met
zichzelf, en die eenheid moet wezenlijk voor dat zelfbewustzijn worden. Het
bewustzijn als zelfbewustzijn heeft voortaan een dubbel voorwerp: het eerste is
het onmiddellijke, het voorwerp van de zintuiglijke zekerheid en het waarnemen,
dat echter voor het zelfbewustzijn getekend is met het karakter van het
negatieve, het tweede is het zelfbewustzijn zelf, dat het ware wezen is, en
aanvankelijk slechts in de tegenstelling met het eerste aanwezig is. Het
zelfbewustzijn treedt hier op als de beweging waarin deze tegenstelling wordt
opgeheven en het zelfbewustzijn de gelijkheid aan zichzelf verkrijgt (p. 117)
…en het voorwerp van de onmiddellijke begeerte is iets levends (p. 117)
Het zelfbewustzijn, dat zonder meer voor zich is en zijn voorwerp
onmiddellijk tekent met het karakter van het negatieve, of in de eerste plaats
begeerte is, zal daarom veeleer de zelfstandigheid van dat voorwerp ervaren (p.
117)
… het wezen is de oneindigheid als het opgeheven-zijn van alle
onderscheiden, de zuivere rond haar as draaiende beweging, de rust van zichzelf
als absoluut onrustige oneindigheid; de zelfstandigheid zelf waarin de
onderscheiden van de beweging zijn opgelost, het eenvoudige wezen van de tijd,
dat in deze gelijkheid aan zichzelf de bestendige vorm heeft van de ruimte (p.
117-118)
Het zelfbewustzijn bereikt zijn bevrediging alleen in een ander
zelfbewustzijn. (p. 121)
Omnis comparitio claudicat, ofwel: elke vergelijking mankt. Met deze
oeroude Romeinse wijsheid in het achterhoofd, lijkt het me toch interessant om
een vergelijking te maken tussen het verhaal van de allereerste STAR TREK-
film: The Motion Picture, en het denken van Hegel over het zelfbewustzijn. Het
spreekt voor zich dat deze column slechts een gedachte kan belichten en zeker
geen recht kan doen aan het hele denken van Hegel over het (zelf)bewustzijn,
maar er zijn toch enkele interessante bedenkingen te maken. In een eerste
beweging sta ik stil bij de film om in tweede instantie de koppeling te maken
met het denken van Hegel.
In STAR TREK: The Motion Picture
wordt de aarde bedreigd door een nietsontziende en uiterst destructieve wolk
die op weg is naar de aarde en alles op haar weg lijkt op te slokken. Geen
enkele macht lijkt sterk genoeg om de wolk te stoppen. Onder leiding van
admiraal James T. Kirk onderneemt het sterrenschip Enterprise een ultieme
poging om de wolk tegen te houden. Na het uitsturen van een vredesboodschap via
radiogolven lijkt de woede van de wolk in eerste instantie getemperd. Blijkt
dat er zich in de kern van de wolk een object bevindt dat de naam V’GER draagt.
De crew van de Enterprise kan enkel met V’GER communiceren via een sonde die
V’GER aan boord van de Enterprise heeft gestraald, een sonde die door V’GER
gemaakt werd vanuit de assimilatie van Lt. Ilia. Belangrijk detail: Lt. Ilia
had een relatie met een commandant Decker, ook lid van de bemanning van de
Enterprise.
Op de brug van de Enterprise
worden alle scenario’s onderzocht om V’GER te doen stoppen. Hierbij is de
analyse van wetenschapsofficier Spock van cruciaal belang. Hij analyseert V’GER
als een kind. Dit kind heeft als wezen de begeerte. Het kind begeert iets, maar
weet niet wat. Het weet enkel dat het wil. Onder deze bijdrage kan u een link
vinden naar deze scène op YouTube.
Spoiler Alert! Ik neem u mee naar
het einde van de film. V’GER blijkt VOYAGER te zijn, een sonde die door de
mensheid zelf werd gelanceerd met een heel eenvoudige missie: leer wat er te
leren valt. Tijdens deze missie heeft VOYAGER een enorme hoeveelheid kennis
opgedaan, zo veel zelfs dat het hierdoor bewust is geworden. De idee dat een
grote hoeveelheid kennis een vorm van bewustzijn of zelfs zelfbewustzijn kan
genereren, ligt aan de basis van heel van andere verhalen, denk maar aan de
film The Terminator. Bovendien is deze idee nog sterk actueel, nu men de evolutie
van AI ook ziet als een evolutie naar (zelf)bewustzijn van genoemde AI. Hoe dan
ook, V’GER zoekt naar zijn schepper, maar kan in eerste instantie niet vatten
dat het hier om de mens gaat. Blijkbaar moet er nog een cruciale stap worden
gezet om het programma van V’GER af te werken, namelijk de stap naar
zelfbewustzijn. Om deze fase te kunnen voleindigen is er een vorm van kennis
nodig die voorbij de technologische kennis gaat. Het gaat hier om de kennis van
het menselijke. V’GER weet niet wat het betekent om mens te zijn. Hij kent geen
emoties, geen falen, geen gelukservaring, geen hoop of verdriet. Om deze
menselijke component aan zichzelf toe te voegen, is er slechts een optie,
namelijk het samengaan van V’GER met een mens. Dit gebeurt uiteindelijk in de
symbiose tussen Lt. Ilia of V’GER en commandant Decker. Hiermee is de missie
van V’GER uiteindelijk afgerond en verdwijnt de wolk uit het heelal.
Het denken rond (zelf)bewustzijn
dat Hegel ontwikkelt in de Fenomenologie
van de Geest is complex en veelzijdig. Ik ben echter van mening dat een
vergelijking tussen dit denken en de STAR TREK-film op zijn plaats is. Hegel is
bezorgd dat het denken rond (zelf)bewustzijn te simplistisch verloopt en te
weinig rekening houdt met alle modaliteiten van dat (zelf)bewustzijn. Er is bij
Hegel een verschil tussen bewustzijn en zelfbewustzijn, maar dat plaats ik in
deze bijdrage tussen haakjes. Waar ik wel wil bij stilstaan is de manier waarop
het zelfbewustzijn tot voltooiing kan komen, de manier waarop het zich te volle
kan ontplooien. In deze ontplooiing worden zaken opgeheven, een term die cruciaal is bij Hegel.
Op zich is het zelfbewustzijn
statisch en onderontwikkeld: “Het
zelfbewustzijn is alleen de bewegingsloze tautologie van het ‘ik ben ik’”,
schrijft Hegel (p.116). Het zelfbewustzijn zweeft doelloos rond in de ruimte en
weet slechts een ding: het begeert. Het wil zich ontwikkelen door kennis op te
doen. Hier is enige waakzaamheid op zijn plaats omdat kennis veel meer is dan
het vergaren van theoretische en wetenschappelijke kennis. Kennis is hier een
alomvattende term. Het gaat hier veeleer over alles wat er te weten, te voelen,
te ervaren en te begrijpen is als mens. Zo ook beslaat de term wetenschap bij
Hegel veel meer dan wetenschappelijke kennis. Hoe dan ook, het zelfbewustzijn
is onaf en zal, gedreven door een onstilbare begeerte, op zoek gaan naar
kennis.
In eerste instantie wordt deze kennis aangeleverd door objecten. Ook hier
is een brede interpretatie nodig. Het gaat om alles wat zich in de wereld buiten
het individuele bewustzijn afspeelt. Net zoals V’GER, zal het zelfbewuste
individu vanuit de begeerte allerlei vormen van kennis trachten op te doen. In
de terminologie van Hegel, zal het zelfbewustzijn zich in eerste instantie
plaatsen ten opzichte van de objecten waarmee het geconfronteerd wordt.
Vulgariserend kan je spreken over these en antithese, waarbij ik wil
waarschuwen om het denken van Hegel niet te verengen tot these, antithese en
synthese. Het is namelijk zo, dat de begeerte van het zelfbewustzijn maar kan
bevredigd worden op voorwaarde dat dit object een subject wordt. Laat ik dit
even verduidelijken. Veronderstel dat je een boek leest. Als je wil dat de
inhoud van dit boek geen dode letter blijft, dan zal je je moeten engageren. Je
zal je moeten plaatsen te opzichte van de inhoud van het boek. Een boek is geen
statussymbool, maar een middel tot wat Hegel in het Duits Bildung noemt. Zo zal de Fenomenologie
van de Geest van Hegel enkel en alleen tot haar recht komen op voorwaarde
dat de filosoof in dialoog treedt met het denken van Hegel. Uit dit proces, en
dat is in zekere zin al wat voorlopen op de feiten, zullen beide partijen
verrijking ondervinden. De filosoof die zich door het werk heeft laten
stichten, het boek dat nu veel meer is dan bedrukte bladzijden.
Ik nam zonet bewust een ding als voorbeeld, namelijk een boek. Veel
duidelijker wordt het wanneer het
individuele zelfbewustzijn een ander individueel zelfbewustzijn zal ontmoeten.
Hier is de onderlinge kruisbestuiving veel duidelijker en inderdaad, Hegel zal
er regelmatig op wijzen dat een zelfbewustzijn een ander zelfbewustzijn nodig
heeft om te kunnen groeien (p. 121). Eerst nog even gas terugnemen.
Herinner u dat V’GER in eerste instantie niet rechtstreeks kan communiceren
met de bemanning van de Enterprise. Hiervoor stuurt hij een sonde die zich
toont in de vorm van Lt. Ilia. Je zou hier al de transformatie van het object
naar subject kunnen in terugvinden. Om een nieuwe stap in zijn evolutie te
kunnen zetten, zal het individuele zelfbewustzijn, i.e. V’GER het andere als
een subject moeten leren zien. Dit is slechts mogelijk indien er zich een
gemeenschappelijke taal ontwikkelt. Wat V’GER en de bemanning van de Enterprise
nog niet weten, is dat zelfbewustzijn uiteindelijk een vorm van opheffen
(vulgariserend synthese) nodig heeft.
Kijken we nu naar de slotscène van de film, waarin V’GER zijn programma
wenst af te werken. Hiervoor heeft V’GER een specifieke vorm van kennis nodig,
die verder reikt dan wat kan verstaan worden onder wetenschappelijke kennis.
Blijkt dat de menselijke component van de emoties cruciaal is om zelfbewustzijn
te bereiken. Hiervoor is een symbiose nodig tussen V’GER en de mens, een
symbiose die zal plaatsvinden onder de vorm van een samengaan van V’GER in de persoon van Lt. Ilia en commandant
Decker. In de terminologie van Hegel, zal er een synthese optreden tussen het
zelfbewuste individu en de wereld die door dat individu ervaren wordt. Wat
belangrijk is, om niet te zeggen cruciaal, is dat de symbiose tussen V’GER en
Ilia niet uitmondt in vernietiging, maar in een rijkere levensvorm, en dit
zowel voor V’GER als voor Decker. Je zou, wederom in de terminologie van Hegel,
kunnen stellen dat er sprake is van wat in het Duits Aufhebung is. Zowel V’GER als Decker worden als zelfbewustzijn
voltooid vanuit een synthese die gestuurd wordt door Aufhebung. Hegel stelt dus dat het individuele zelfbewustzijn zich
maar kan ontplooien vanuit een synthese tussen dat zelfbewustzijn en de wereld
rondom zich. Hij schrijft: “[…] het wezen is de oneindigheid als het
opgeheven-zijn van alle onderscheiden, de zuivere rond haar as draaiende
beweging”. Dit heeft natuurlijk een interessant gevolg. Een mens wordt immers
heel het leven door geconfronteerd met ervaringen. Het zelfbewustzijn van de
individuele mens zal zich dus continu moeten onderwerpen aan de
contrastervaring met de buitenwereld, waarbij er dus voortdurend sprake zal
zijn van een proces van Aufhebung.
Breid dit even uit naar elke mens doorheen tijd en ruimte, dan zie je dat het
denken van Hegel onvermijdelijk resulteert in een geschiedenisfilosofie,
waarvan ik de modaliteiten hier en nu uiteraard niet kan uiteenzetten.
Wat leert dit alles ons? Zelfbewustzijn is, zoals ik eerder schreef, een
veelzijdig en complex fenomeen. Hegel leert ons dat een statische houding in
het leven niet alleen onwenselijk maar wellicht ook onmogelijk is. Het zelfbewustzijn
is immers het resultaat van een dynamisch proces waarbij het individu zich laat
bevragen door wat er zich aandient. Vandaar dat Hegel zoveel aandacht besteedt
aan een fenomenologie (i.e. een filosofisch onderzoek) van de modaliteiten van
deze ervaring. Bovendien werkt dit alles in alle richtingen. Je kan het proces
immers bekijken vanuit elke mens op zich. Het gaat hier ook niet alleen over de
confrontatie met de medemens, maar ook met de objecten die zich aandienen. Het
zelfbewustzijn wordt ook gevormd door de omgeving, de ervaringen en de objecten
die je in je leven tegenkomt. Laat ik dit illustreren met een kort voorbeeld
van een reis. Mensen gaan op reis omdat ze vaak, naar eigen zeggen, nood hebben
om “er even tussenuit te zijn”. In Spanje zijn er ook mensen, huizen,
supermarkten, treinstations, …, maar toch levert deze verandering van entourage
een belangrijke meerwaarde. De cultuur, het leven in het buitenland, het
ontmoeten van andere mensen, allemaal lijkt het bij te dragen aan de ontwikkeling
van het zelfbewustzijn. Met andere woorden: niet alleen de mensen die we
ontmoeten, maar ook het decors waarbinnen het leven zich afspeelt, lijkt
relevant te zijn voor de ontwikkeling van het zelfbewustzijn.
“Het ware is het geheel. Het
geheel is evenwel slechts het zich door zijn ontwikkeling heen voltooide wezen”.
Dit overbekende citaat uit het voorwoord van de Fenomenologie van de Geest vat alles bondig samen. Het zelfbewustzijn
kan zich maar ten volle ontplooien vanuit een niet-aflatende synthese met de
werkelijkheid die zich steeds weer opnieuw aandient. Daarbij is het ware, het
geheel, dus niet alleen het zelfbewustzijn, niet alleen het object, maar wel de
volledige synthese van de gehele werkelijkheid.
STAR TREK: The Motion Picture
Klik hier om de trailer
te bekijken.
Klik hier om de
scène te zien waarin Spock het gedrag van V’GER analyseert. Hij spreekt over V’GER
als een kind, gedreven door begeerte.
Klik hier om de
scène te bekijken waarin V’GER (Ilia) en Decker in symbiose treden.
Bronmateriaal
Hegel, Georg Wilhelm Friedrich, Fenomenologie van de geest, vertaling:
Willem Visser, Boom: Amsterdam, 2013, 495p. (oorspronkelijke uitgave: Phänomenologie des Geistes,
Würzburg:Goebhardt, 1807)