maandag 29 juli 2024

When Hegel meets Star Trek

 

Klik hier om deze bijdrage in PDF te lezen.



Het zelfbewustzijn is alleen de bewegingsloze tautologie van het ‘ik ben ik’ (p.116)

Deze tegenstelling tussen zijn verschijning en zijn waarheid heeft als haar wezen echter alleen de waarheid, namelijk de eenheid van het zelfbewustzijn met zichzelf, en die eenheid moet wezenlijk voor dat zelfbewustzijn worden. Het bewustzijn als zelfbewustzijn heeft voortaan een dubbel voorwerp: het eerste is het onmiddellijke, het voorwerp van de zintuiglijke zekerheid en het waarnemen, dat echter voor het zelfbewustzijn getekend is met het karakter van het negatieve, het tweede is het zelfbewustzijn zelf, dat het ware wezen is, en aanvankelijk slechts in de tegenstelling met het eerste aanwezig is. Het zelfbewustzijn treedt hier op als de beweging waarin deze tegenstelling wordt opgeheven en het zelfbewustzijn de gelijkheid aan zichzelf verkrijgt (p. 117)

…en het voorwerp van de onmiddellijke begeerte is iets levends (p. 117)

Het zelfbewustzijn, dat zonder meer voor zich is en zijn voorwerp onmiddellijk tekent met het karakter van het negatieve, of in de eerste plaats begeerte is, zal daarom veeleer de zelfstandigheid van dat voorwerp ervaren (p. 117)

… het wezen is de oneindigheid als het opgeheven-zijn van alle onderscheiden, de zuivere rond haar as draaiende beweging, de rust van zichzelf als absoluut onrustige oneindigheid; de zelfstandigheid zelf waarin de onderscheiden van de beweging zijn opgelost, het eenvoudige wezen van de tijd, dat in deze gelijkheid aan zichzelf de bestendige vorm heeft van de ruimte (p. 117-118)

Het zelfbewustzijn bereikt zijn bevrediging alleen in een ander zelfbewustzijn. (p. 121)

Omnis comparitio claudicat, ofwel: elke vergelijking mankt. Met deze oeroude Romeinse wijsheid in het achterhoofd, lijkt het me toch interessant om een vergelijking te maken tussen het verhaal van de allereerste STAR TREK- film: The Motion Picture, en het denken van Hegel over het zelfbewustzijn. Het spreekt voor zich dat deze column slechts een gedachte kan belichten en zeker geen recht kan doen aan het hele denken van Hegel over het (zelf)bewustzijn, maar er zijn toch enkele interessante bedenkingen te maken. In een eerste beweging sta ik stil bij de film om in tweede instantie de koppeling te maken met het denken van Hegel.

In STAR TREK: The Motion Picture wordt de aarde bedreigd door een nietsontziende en uiterst destructieve wolk die op weg is naar de aarde en alles op haar weg lijkt op te slokken. Geen enkele macht lijkt sterk genoeg om de wolk te stoppen. Onder leiding van admiraal James T. Kirk onderneemt het sterrenschip Enterprise een ultieme poging om de wolk tegen te houden. Na het uitsturen van een vredesboodschap via radiogolven lijkt de woede van de wolk in eerste instantie getemperd. Blijkt dat er zich in de kern van de wolk een object bevindt dat de naam V’GER draagt. De crew van de Enterprise kan enkel met V’GER communiceren via een sonde die V’GER aan boord van de Enterprise heeft gestraald, een sonde die door V’GER gemaakt werd vanuit de assimilatie van Lt. Ilia. Belangrijk detail: Lt. Ilia had een relatie met een commandant Decker, ook lid van de bemanning van de Enterprise.

Op de brug van de Enterprise worden alle scenario’s onderzocht om V’GER te doen stoppen. Hierbij is de analyse van wetenschapsofficier Spock van cruciaal belang. Hij analyseert V’GER als een kind. Dit kind heeft als wezen de begeerte. Het kind begeert iets, maar weet niet wat. Het weet enkel dat het wil. Onder deze bijdrage kan u een link vinden naar deze scène op YouTube.

Spoiler Alert! Ik neem u mee naar het einde van de film. V’GER blijkt VOYAGER te zijn, een sonde die door de mensheid zelf werd gelanceerd met een heel eenvoudige missie: leer wat er te leren valt. Tijdens deze missie heeft VOYAGER een enorme hoeveelheid kennis opgedaan, zo veel zelfs dat het hierdoor bewust is geworden. De idee dat een grote hoeveelheid kennis een vorm van bewustzijn of zelfs zelfbewustzijn kan genereren, ligt aan de basis van heel van andere verhalen, denk maar aan de film The Terminator. Bovendien is deze idee nog sterk actueel, nu men de evolutie van AI ook ziet als een evolutie naar (zelf)bewustzijn van genoemde AI. Hoe dan ook, V’GER zoekt naar zijn schepper, maar kan in eerste instantie niet vatten dat het hier om de mens gaat. Blijkbaar moet er nog een cruciale stap worden gezet om het programma van V’GER af te werken, namelijk de stap naar zelfbewustzijn. Om deze fase te kunnen voleindigen is er een vorm van kennis nodig die voorbij de technologische kennis gaat. Het gaat hier om de kennis van het menselijke. V’GER weet niet wat het betekent om mens te zijn. Hij kent geen emoties, geen falen, geen gelukservaring, geen hoop of verdriet. Om deze menselijke component aan zichzelf toe te voegen, is er slechts een optie, namelijk het samengaan van V’GER met een mens. Dit gebeurt uiteindelijk in de symbiose tussen Lt. Ilia of V’GER en commandant Decker. Hiermee is de missie van V’GER uiteindelijk afgerond en verdwijnt de wolk uit het heelal.

Het denken rond (zelf)bewustzijn dat Hegel ontwikkelt in de Fenomenologie van de Geest is complex en veelzijdig. Ik ben echter van mening dat een vergelijking tussen dit denken en de STAR TREK-film op zijn plaats is. Hegel is bezorgd dat het denken rond (zelf)bewustzijn te simplistisch verloopt en te weinig rekening houdt met alle modaliteiten van dat (zelf)bewustzijn. Er is bij Hegel een verschil tussen bewustzijn en zelfbewustzijn, maar dat plaats ik in deze bijdrage tussen haakjes. Waar ik wel wil bij stilstaan is de manier waarop het zelfbewustzijn tot voltooiing kan komen, de manier waarop het zich te volle kan ontplooien. In deze ontplooiing worden zaken opgeheven, een term die cruciaal is bij Hegel.

Op zich is het zelfbewustzijn statisch en onderontwikkeld: “Het zelfbewustzijn is alleen de bewegingsloze tautologie van het ‘ik ben ik’”, schrijft Hegel (p.116). Het zelfbewustzijn zweeft doelloos rond in de ruimte en weet slechts een ding: het begeert. Het wil zich ontwikkelen door kennis op te doen. Hier is enige waakzaamheid op zijn plaats omdat kennis veel meer is dan het vergaren van theoretische en wetenschappelijke kennis. Kennis is hier een alomvattende term. Het gaat hier veeleer over alles wat er te weten, te voelen, te ervaren en te begrijpen is als mens. Zo ook beslaat de term wetenschap bij Hegel veel meer dan wetenschappelijke kennis. Hoe dan ook, het zelfbewustzijn is onaf en zal, gedreven door een onstilbare begeerte, op zoek gaan naar kennis.

In eerste instantie wordt deze kennis aangeleverd door objecten. Ook hier is een brede interpretatie nodig. Het gaat om alles wat zich in de wereld buiten het individuele bewustzijn afspeelt. Net zoals V’GER, zal het zelfbewuste individu vanuit de begeerte allerlei vormen van kennis trachten op te doen. In de terminologie van Hegel, zal het zelfbewustzijn zich in eerste instantie plaatsen ten opzichte van de objecten waarmee het geconfronteerd wordt. Vulgariserend kan je spreken over these en antithese, waarbij ik wil waarschuwen om het denken van Hegel niet te verengen tot these, antithese en synthese. Het is namelijk zo, dat de begeerte van het zelfbewustzijn maar kan bevredigd worden op voorwaarde dat dit object een subject wordt. Laat ik dit even verduidelijken. Veronderstel dat je een boek leest. Als je wil dat de inhoud van dit boek geen dode letter blijft, dan zal je je moeten engageren. Je zal je moeten plaatsen te opzichte van de inhoud van het boek. Een boek is geen statussymbool, maar een middel tot wat Hegel in het Duits Bildung noemt. Zo zal de Fenomenologie van de Geest van Hegel enkel en alleen tot haar recht komen op voorwaarde dat de filosoof in dialoog treedt met het denken van Hegel. Uit dit proces, en dat is in zekere zin al wat voorlopen op de feiten, zullen beide partijen verrijking ondervinden. De filosoof die zich door het werk heeft laten stichten, het boek dat nu veel meer is dan bedrukte bladzijden.

Ik nam zonet bewust een ding als voorbeeld, namelijk een boek. Veel duidelijker wordt het wanneer  het individuele zelfbewustzijn een ander individueel zelfbewustzijn zal ontmoeten. Hier is de onderlinge kruisbestuiving veel duidelijker en inderdaad, Hegel zal er regelmatig op wijzen dat een zelfbewustzijn een ander zelfbewustzijn nodig heeft om te kunnen groeien (p. 121). Eerst nog even gas terugnemen.

Herinner u dat V’GER in eerste instantie niet rechtstreeks kan communiceren met de bemanning van de Enterprise. Hiervoor stuurt hij een sonde die zich toont in de vorm van Lt. Ilia. Je zou hier al de transformatie van het object naar subject kunnen in terugvinden. Om een nieuwe stap in zijn evolutie te kunnen zetten, zal het individuele zelfbewustzijn, i.e. V’GER het andere als een subject moeten leren zien. Dit is slechts mogelijk indien er zich een gemeenschappelijke taal ontwikkelt. Wat V’GER en de bemanning van de Enterprise nog niet weten, is dat zelfbewustzijn uiteindelijk een vorm van opheffen (vulgariserend synthese) nodig heeft.

Kijken we nu naar de slotscène van de film, waarin V’GER zijn programma wenst af te werken. Hiervoor heeft V’GER een specifieke vorm van kennis nodig, die verder reikt dan wat kan verstaan worden onder wetenschappelijke kennis. Blijkt dat de menselijke component van de emoties cruciaal is om zelfbewustzijn te bereiken. Hiervoor is een symbiose nodig tussen V’GER en de mens, een symbiose die zal plaatsvinden onder de vorm van een samengaan van V’GER  in de persoon van Lt. Ilia en commandant Decker. In de terminologie van Hegel, zal er een synthese optreden tussen het zelfbewuste individu en de wereld die door dat individu ervaren wordt. Wat belangrijk is, om niet te zeggen cruciaal, is dat de symbiose tussen V’GER en Ilia niet uitmondt in vernietiging, maar in een rijkere levensvorm, en dit zowel voor V’GER als voor Decker. Je zou, wederom in de terminologie van Hegel, kunnen stellen dat er sprake is van wat in het Duits Aufhebung is. Zowel V’GER als Decker worden als zelfbewustzijn voltooid vanuit een synthese die gestuurd wordt door Aufhebung. Hegel stelt dus dat het individuele zelfbewustzijn zich maar kan ontplooien vanuit een synthese tussen dat zelfbewustzijn en de wereld rondom zich. Hij schrijft: “[…] het wezen is de oneindigheid als het opgeheven-zijn van alle onderscheiden, de zuivere rond haar as draaiende beweging”. Dit heeft natuurlijk een interessant gevolg. Een mens wordt immers heel het leven door geconfronteerd met ervaringen. Het zelfbewustzijn van de individuele mens zal zich dus continu moeten onderwerpen aan de contrastervaring met de buitenwereld, waarbij er dus voortdurend sprake zal zijn van een proces van Aufhebung. Breid dit even uit naar elke mens doorheen tijd en ruimte, dan zie je dat het denken van Hegel onvermijdelijk resulteert in een geschiedenisfilosofie, waarvan ik de modaliteiten hier en nu uiteraard niet kan uiteenzetten.

Wat leert dit alles ons? Zelfbewustzijn is, zoals ik eerder schreef, een veelzijdig en complex fenomeen. Hegel leert ons dat een statische houding in het leven niet alleen onwenselijk maar wellicht ook onmogelijk is. Het zelfbewustzijn is immers het resultaat van een dynamisch proces waarbij het individu zich laat bevragen door wat er zich aandient. Vandaar dat Hegel zoveel aandacht besteedt aan een fenomenologie (i.e. een filosofisch onderzoek) van de modaliteiten van deze ervaring. Bovendien werkt dit alles in alle richtingen. Je kan het proces immers bekijken vanuit elke mens op zich. Het gaat hier ook niet alleen over de confrontatie met de medemens, maar ook met de objecten die zich aandienen. Het zelfbewustzijn wordt ook gevormd door de omgeving, de ervaringen en de objecten die je in je leven tegenkomt. Laat ik dit illustreren met een kort voorbeeld van een reis. Mensen gaan op reis omdat ze vaak, naar eigen zeggen, nood hebben om “er even tussenuit te zijn”. In Spanje zijn er ook mensen, huizen, supermarkten, treinstations, …, maar toch levert deze verandering van entourage een belangrijke meerwaarde. De cultuur, het leven in het buitenland, het ontmoeten van andere mensen, allemaal lijkt het bij te dragen aan de ontwikkeling van het zelfbewustzijn. Met andere woorden: niet alleen de mensen die we ontmoeten, maar ook het decors waarbinnen het leven zich afspeelt, lijkt relevant te zijn voor de ontwikkeling van het zelfbewustzijn.

“Het ware is het geheel. Het geheel is evenwel slechts het zich door zijn ontwikkeling heen voltooide wezen”. Dit overbekende citaat uit het voorwoord van de Fenomenologie van de Geest vat alles bondig samen. Het zelfbewustzijn kan zich maar ten volle ontplooien vanuit een niet-aflatende synthese met de werkelijkheid die zich steeds weer opnieuw aandient. Daarbij is het ware, het geheel, dus niet alleen het zelfbewustzijn, niet alleen het object, maar wel de volledige synthese van de gehele werkelijkheid.

  

STAR TREK: The Motion Picture

Klik hier om de trailer te bekijken.

Klik hier om de scène te zien waarin Spock het gedrag van V’GER analyseert. Hij spreekt over V’GER als een kind, gedreven door begeerte.

Klik hier om de scène te bekijken waarin V’GER (Ilia) en Decker in symbiose treden.

Bronmateriaal

Hegel, Georg Wilhelm Friedrich, Fenomenologie van de geest, vertaling: Willem Visser, Boom: Amsterdam, 2013, 495p. (oorspronkelijke uitgave: Phänomenologie des Geistes, Würzburg:Goebhardt, 1807)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

When Hegel meets Star Trek

  Klik hier om deze bijdrage in PDF te lezen. Het zelfbewustzijn is alleen de bewegingsloze tautologie van het ‘ik ben ik’ (p.116) Deze...