Heel wat culturen, godsdiensten
en levensbeschouwingen kennen in hun traditie verhalen over mensen die tijd
doorbrengen in de woestijn. Jezus doet dat, voor hij aan zijn prediking begint
en Mohammed zal de Koran in de woestijn door de engel Gabriël gedicteerd
krijgen. Maar ook filosofen zoals Nietzsche maken gebruik van de woestijn als
beeld en introduceren, net zoals voornoemde religies, de zogenaamde
woestijnervaring. Zo’n ervaring heeft te maken met een tijd van loutering
waarin je je kan bezinnen over wat er te
doen staat, maar het kan evenzeer een periode zijn waarin je aan jezelf werkt,
vooraleer aan een nieuwe fase in het leven te beginnen.
Het toeval wil dat ik, net voor
de coronacrisis in alle hevigheid uitbrak, in heel wat klassen in het kader van
de les godsdienst gesproken heb over woestijnervaringen. Ik wees de leerlingen
op een belangrijk paradoxaal karakter van zulke ervaringen. Enerzijds zijn ze
negatief en beproevend: het gaat over een moeilijke periode waar je door moet,
de zure appel die niet te vermijden is. Anderzijds zijn woestijnervaringen
noodzakelijk en opbouwend: de periode van isolement leert je vaak zaken over
jezelf en/of het leven waar je voordien niet kon of wilde bij stilstaan.
Ik wil graag een aspect van zo’n
woestijnervaring onder de aandacht brengen, een aspect waar ik de laatste dagen
vaak aan denk. Zowel Jezus als Mohammed hebben deze woestijnervaring alleen
moeten beleven, niet alleen als gevolg van een vrije keuze, maar wellicht
eerder als een vorm van noodzakelijk kwaad. Ik bedoel hiermee een ervaring waar
ze niet konden aan ontsnappen. Woestijnervaringen dienen zich aan en laten niet
toe dat je eerst even overweegt of je deze ervaringen al dan niet wenst te
ondergaan. Je wordt, in de woorden van de Duitse filosoof Martin Heidegger, in
de woestijnervaring geworpen. En dit
is een fascinerend aspect van zo’n ervaring dat niet uit het oog mag worden
verloren.
Ik leg uit wat ik bedoel. Een van
de belangrijkste redenen waarom ik voor het beroep van leraar blijf kiezen is
dat je als leraar de mogelijkheid krijgt om jongeren te begeleiden van punt a
naar punt b in hun groei naar volwassenheid. Het gaat hier over veel meer dan
het aanbieden van leerstof, veeleer gaat het over leefstof. Zeker als leerkracht godsdienst speelt dit een cruciale
rol. Maar dan valt relatief plots het besluit dat de lessen in het onderwijs
worden opgeschort vanaf de volgende lesdag. Met andere woorden, nu de
samenleving en dus ook de leerlingen en leerkrachten, gedwongen worden om
afstand te nemen van het normale dagelijkse leven dat ze al zo lang gewoon
zijn, nu wij allen in de woestijn worden gedreven, wordt opnieuw pijnlijk
duidelijk dat een woestijnervaring een ervaring is die je alleen en
onaangekondigd moet ondergaan. Plots dient deze ervaring zich aan, ontsnappen
is niet meer mogelijk, onderhandelen over de modaliteiten van deze ervaring
evenmin.
Beste lezer, het is duidelijk dat
wij ons als samenleving in de woestijn bevinden. Ironisch genoeg bestaat er een
Chinese vloek: moge u leve in
interessante tijden. Wat dit alles met u en mij zal doen, weet ik niet. Ik weet
alleen dat deze periode een impact zal hebben, zwaar of licht, negatief of
positief, wie zal het zeggen. Voorlopig nemen we deel aan een periode van
introspectie en bezinning, een woestijnervaring uniek in de recente
geschiedenis en bevinden wij ons wellicht allemaal in de spreekwoordelijke
woestijn, maar dan een woestijn zonder zandkorrels.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten