Op het leven: enkele opmerkingen
bij het euthanasiedebat.
Het interview met professor Wim Distelmans en dokter Koen
Titeca in Terzake naar aanleiding van de dubieuze euthanasie op de 38-jarige
Tine Nys, heeft me opnieuw doen nadenken over een van de moeilijkste ethische
kwesties ooit. Laat mij vooraf duidelijkheid verschaffen. Ten eerste ben ik
ervan overtuigd dat euthanasie een rechtmatige plaats verdient tussen alle
opties die mogelijk zijn wanneer het gaat over de vraag naar een waardig
levenseinde. Zo dadelijk hierover meer. Ten tweede wil ik duidelijk stellen dat
ik geen expert ben in het euthanasiedebat. Daarenboven doe ik geen enkele
uitspraak over wat er met Tine Nys zou gebeurd zijn of zou moeten gebeurd zijn.
Ik wil slechts één aspect van het debat belichten, waarvan ik denk dat het onvoldoende duidelijk gearticuleerd wordt.
Vriendelijk verzoek aan de lezer om te beseffen dat het euthanasiedebat heel
wat meer facetten omvat dan wat er in deze korte uiteenzetting kan worden
verwoord.
Zoals ik
reeds aangaf, geloof ik dat euthanasie een waardige optie is voor wat de
behandeling van uitzichtloos lijden betreft, op voorwaarde dat de patiënt
voldoende weet heeft van alle andere mogelijke opties die er zijn, waaronder
palliatieve sedatie, en dat al deze opties
voldoende zijn toegepast. Hier wringt het schoentje. Laat me opnieuw duidelijk
zijn: ik waardeer enorm de inspanningen van verplegend personeel, artsen en
verzorgenden in het hele gamma van de medische dienstverlening. Het lijkt me
echter duidelijk dat we, ongeacht deze inspanningen, ons te snel op de borst
slaan voor wat de kwaliteit van de zorg betreft. Nogmaals, geen kritiek op
mensen die zich elke dag ten volle inspannen. Er worden schitterende zaken
gerealiseerd. Sta me toe mijn standpunt te illustreren door middel van het
onderwijs. Ongeacht het feit dat elke dag leerkrachten, directies en
ondersteunend personeel alles in het werk stellen om kwaliteitsvol onderwijs te
bieden, betekent dit niet dat alle leerlingen de zorg krijgen die ze verdienen.
Integendeel. Heel vaak blijven kinderen en jongeren in de kou staan. De
samenleving beseft onvoldoende wat er echt nodig is om deze jongeren bij te
staan.
Een
gelijkaardig verhaal vind je in de zorg. De
maatschappelijke inspanning en de maatschappelijke kost om mensen echt bij te
staan bedraagt een veelvoud van wat er nu wordt uitgegeven. Neem een patiënt
met een depressie. Na een bezoekje aan de huisarts en de apotheker staat deze
patiënt er vaak alleen voor, terwijl er nood is aan constante persoonlijke
coaching, quasi heel de dag, om een depressie te behandelen. We vergeten vaak
dat lichaamsbeweging, gesprekstherapie en alle andere facetten van de behandeling
heel wat tijd, personeel en financiële middelen vergen. En toch is deze
maatschappelijke inspanning noodzakelijk.
Het spreekt
voor zich dat een groot deel van de euthanasievragen verdoken vragen zijn naar
iets anders dan de dood. Men wil gewoon
niet meer lijden. Dan is het aan de maatschappij om op deze vraag een adequaat
antwoord te bieden dat een veelvoud bedraagt van wat er nu kan, ongeacht de
inspanningen van de zorgsector vandaag. Deze maatschappelijke inspanning kan of
wil men niet dragen. In een ideale wereld, en daar leven we niet in, bestaat
zo’n aangehouden permanente persoonlijke coaching wel. Besef goed dat er zelfs
mensen zijn wiens vraag naar euthanasie een vraag is om niemand tot last te
zijn of om niet als passief te worden bestempeld (ik kan niet meer mee in het
leven).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten