dinsdag 17 juli 2018

Iedereen gewonnen




De bronzen medaille van de Rode Duivels op het WK wordt historisch genoemd, de terechte bekroning van doelman Courtois als ongezien. Meer nog, de prestaties van onze nationale voetbalploeg hebben de mensen bij mekaar gebracht. “De Wever is fout”, zo besluit Jan Mulder. De feestende volksmassa in Brussel bewijst samenhorigheid en solidariteit: geen verdeeldheid, maar “tous ensemble”, zo klinkt het.
Ik twijfel niet aan de oprechte feestvreugde en de gevoelens van trots die velen koesteren. Noch gaat deze column over de prestaties van ons nationaal elftal. Maar sta me toch toe te twijfelen aan de samenhorigheid en de eenheid die in de reacties van het volk worden gelezen. Er is slechts sprake van een ware samenhorigheid als er plots geen klassenverschil meer zou zijn in de samenleving. Solidariteit nu de kansrijken inspringen voor kansarmen, rijkdom en welvaart worden op een rechtvaardige wijze herverdeeld, ware gelijkheid van kansen op de arbeidsmarkt, echte investeringen in gezondheidszorg, zorg voor ouderen en langdurig zieken, etc.
Het is mijn stelling dat de feestvreugde rond de overwinning van de Duivels iets zegt over het individualisme in de samenleving.  Sta me toe dit even te duiden. We leven in een samenleving van winnaars en het is onze opdracht om op zoveel mogelijk domeinen van ons leven winnaar te zijn: een super toffe relatie, een job met maatschappelijke status, voldoende materiële welstand, foto’s van een geslaagd leven op sociale media. Verliezen doen we niet graag, meer nog, het is not done, hoewel men in het leven vaker tegen de mat gaat dan op het podium staat. Wanneer de Rode Duivels winnen, winnen wij, wanneer ze verliezen, doet het pijn. Neem hier even afstand van: waarom zitten mensen in zak en as wanneer een ploeg multimiljonairs een voetbalmatch verliest? Omdat op dat moment  ook wij verliezen. De uitzinnige vreugde om de derde plaats op het WK, is de vreugde van ons eigen winnaar-zijn. En in die vreugde zijn we verenigd. Individualisme ten top zou ik zo zeggen. De ironie kan niet groter zijn: wanneer de beelden uit Brussel ons een verenigd België tonen, dan bewijzen ze de prestatiedrang en het individualisme die onze samenleving de adem afsnijden.
Kijk eens naar de laatste scène uit de grappige film “The Truman Show” (linkje onder de tekst). Truman speelt een rol in een soap die jarenlang mensen aan het beeldscherm gekluisterd houdt. Door een samenloop van omstandigheden, stopt de soap abrupt. Twee bewakers van een ondergrondse parkeergarage zijn getuigen van het onverwachte einde van “The Truman Show”. Het wordt stil, ze blijven verweesd achter. Tot een van beiden de stilte doorbreekt en droog vraagt naar wat er anders nog op TV is. Bewijs: tel de aanwezigen op de Grote Markt in Antwerpen tijdens de match tegen Frankrijk en vergelijk die met de hoeveelheid mensen tijdens de match tegen Engeland.
Stop nu met dat doemdenken, filosoofje. Natuurlijk is het niet allemaal slecht nieuws. Ongetwijfeld hebben supporters tijdens de puike prestaties van de Rode Duivels wel degelijk samenhorigheid gevoeld. Alleen vormt deze samenhorigheid geen einddoel – we zijn er nog niet -, maar wel een te bereiken doel. “Tous ensemble” is essentieel wil een samenleving menselijk zijn – de betekenis van het woordje “religie” heeft te maken met verbondenheid – maar er moet nog een weg worden afgelegd. En dat moet ik wel toegeven: religieuze leiders en politici slagen veel minder in wat de Belgische nationale voetbalploeg kortstondig wel heeft kunnen doen: mensen bij mekaar brengen en samen laten feesten en genieten. Opdracht nu om dit oprechte gevoel te vertalen naar een maatschappelijke evidentie. Dan pas wordt “Tous ensemble” waarlijk allen tesamen.  


Als je op het linkje klikt, kan je de volledige eindscène van "The Truman Show" zien.

Foto: Wim Verbeeck

2 opmerkingen:

  1. Een samenleving ontstaat waar een gedeeld, gemeenschappelijk belang groter wordt dan het individuele. In de Westerse beschaving zijn de Helleense en Romeinse samenlevingen hier een goed voorbeeld van. De Olympische Spelen illustreren het gezonde evenwicht in deze samenlevingen: een competitiegeest was toegelaten, maar uiteindelijk was deelnemen belangrijker dan winnen. Dankzij het werk van christelijke monniken zijn deze antieke bronnen voor latere generaties bewaard gebleven. Het christendom heeft zijn eigen totalitaire uitwassen (de Rijkskerk) aangepakt en correcties aangebracht: de abdij van Cluny, de (hoofdzakelijk christelijke) humanisten. Deze herstelden de band tussen algemeen en individueel belang. De opkomst van de burgerij en de moderne wetenschap versterkten later het individualisme als tegengewicht voor het staatsnationalisme van de absolute vorsten. Dit leidde tot de overwinning (in het Westen) van de Verlichting. Twee wereldoorlogen hebben in diverse vormen (imperialisme, communisme en fascisme) een bom gelegd onder de Verlichting en de belichaming van deze verlichte ideeën door de natiestaat. Waar het nationalisme in de negentiende eeuw een positieve kracht was, werd het in de twintigste eeuw synoniem voor verdeeldheid. Na WO II werd elke aanzet tot nationalisme in de Westerse wereld met argwaan onthaald. Een Europese Unie moest de natiestaten vervangen, maar dat project lijkt grotendeels mislukt. Omdat een Europees samenhorigheidsgevoel uitbleef, werd de Verlichting synoniem voor individualisme. Het verklaart volgens mij waarom een opstoot van nationalisme tijdens sportwedstrijden (cf. het WK in Rusland) enkel een kunstmatige en kortstondige vorm van samenhorigheid teweegbrengt. Als het stof is gaan liggen, verdwijnen de vlaggen en neemt het individualisme weer de bovenhand. Tussen haakjes: er is niemand die, gedreven door een Europees samenhorigheidsgevoel, nu juicht dat de vier beste voetballanden lid zijn van de EU.

    Waar Europa of de natiestaat blijkbaar niet in slaagt, lukt het religie wel: een warm deken van samenhorigheid over mensen leggen. Het christendom, de islam en het jodendom, ze hebben een belangrijke rol in deze samenleving te spelen, maar staan zwaar onder druk van een neoliberale tijdsgeest die onder het mom van individuele vrijheid de samenleving verdeelt. Liberale partijen die de maatschappelijke rol van religie helemaal willen uitschakelen, spelen met vuur. Volgens hen zijn de grondwet en zijn burgerlijke vrijheden voldoende als algemeen belang. Maar is een mens niet meer dan enkel een burger die een contract ondertekent? Is het niet in organisaties en verenigingen waarin mensen samen op zoek gaan naar een diepere betekenis in het leven, dat de mens waarachtig tot individuele ontplooiing komt? Vandaag zijn het deze netwerken die een gezond evenwicht tussen het algemene en het individuele belang kunnen garanderen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Uiteraard kunnen ook niet-religieuze netwerken de rol van stoorzender spelen in het neoliberale machtsspel. Ik denk hierbij aan organisaties van vrijzinnige humanisten, de vakbonden, het culturele middenveld...

      Verwijderen

Humor als existentiebepaling

  Even in herinnering brengen: volgens Climacus bestaan er drie existentiesferen: de esthetische, de ethische en de religieuze. Ik heb deze ...