maandag 27 april 2020

Van kosmos tot universum...hoe een telescoop ons kan samenbrengen…




Zaterdagavond - of zeg ik misschien beter zaterdagnacht, want het midden van de nacht was al enige tijd gepasseerd - zat ik in de zetel een beetje te suffen. Ik wilde niet toegeven dat ik eigenlijk beter zou gaan slapen. Luisteren naar muziek op de radio, scrollen op de website van de VRT, wanhopig op zoek naar een berichtje dat niet over corona gaat. En ja, daar was het dan, tussen de grafieken, de cijfers en de commentaren door, de verjaardag van Hubble.

Dertig jaar geleden werd de ruimtetelescoop Hubble gelanceerd. Reeds drie decennia lang levert deze wonderlijke machine adembenemende beelden, ongehinderd door de atmosfeer van de aarde. Het blote oog van de mensheid, zo zou je kunnen zeggen. Op de foto ziet men gaswolken, lichtjaren van ons verwijderd. Wolken waaruit nieuwe sterren en nieuwe werelden geboren zijn en zullen worden. Een kleurenpracht, door een dichter amper te beschrijven.

Filosofen houden van vraagjes, dus ik ook. Is het heelal nu werkelijk zo mooi, of is het enkel de mens die de schoonheid kan zien? Wat is de zin van deze schoonheid, vooral omdat ze eeuwen en eeuwen verdoken bleef voor zovele mensen? Verstopt nu nog, voor heel wat aardbewoners die deze beelden nooit zullen zien. Opgeslokt in de onmetelijke ruimte, ook voor beschavingen diep in het heelal. Het is in feite een variant van de vraag of het vallen van een boom geluid maakt, als er niemand in de buurt is om dit geluid te horen.

Volgens de Canadese filosoof Charles Taylor heeft het heelal een merkwaardige evolutie doorgemaakt in de perceptie van de mens: een evolutie van kosmos naar universum. De Grieken spraken over de kosmos, wat verwijst naar schoonheid, denk maar aan cosmetica. Op de één of andere wijze voelden ze zich verbonden met het geheel, dachten ze. Zoals Plotinus kwamen ze voort uit het geheel om ooit daarnaar terug te keren. Ondertussen heeft de verlichte mens geleerd de kosmos als een onpersoonlijk en amoreel universum te zien. Terecht uiteraard, het heelal is wat het is en de wetten van de fysica zijn er nu eenmaal. Het heelal verheugt zich niet, is niet solidair, biedt geen troost, koestert geen wraak en geeft geen bescherming als een moederschoot. Eerder is het een bond allegaartje van elementaire deeltjes die reageren volgens fysische wetten, door ons zo mooi beschreven door de wiskunde.

Ik vraag me af of we het universum niet een beetje meer terug als kosmos kunnen bekijken. We hoeven daarom geen afstand te nemen van de wetenschap. Helemaal niet. Wat ik bedoel is dat de menselijke technologie in staat is om ons een vorm van schoonheid te doen waarnemen die ons kan verbinden. Een gevoel van eerbied dat nederigheid dicteert.

In de Bijbel wordt Job getroffen door uitzinnig lijden. Hij verliest zijn kinderen, zijn huis, zijn vee, zijn toekomst…en hij wordt ziek. Ter verantwoording geroepen, stelt God dat Job eens moet nadenken over de werkelijkheid. Waar was jij, Job, toen ik, God, de wereld en het heelal heb geboetseerd? Het spreekt voor zich dat het antwoord van God ontoereikend is als verklaring voor Jobs lijden. Het gaat hier ook niet over een wetenschappelijke verklaring van het ontstaan van het heelal. Veeleer biedt dit antwoord aan Job de mogelijkheid om zich in een eerbiedwaardige stilte verbonden te voelen met een vorm van schoonheid die je in de wereld kan ontmoeten. En misschien is dat wel een reden voor Hubble om ons niet alleen naar het universum te doen kijken, maar vooral ook naar de kosmos.




Link naar het filmpje op youtube nav de verjaardag van Hubble



Humor als existentiebepaling

  Even in herinnering brengen: volgens Climacus bestaan er drie existentiesferen: de esthetische, de ethische en de religieuze. Ik heb deze ...