donderdag 26 juli 2018

Het wonder van de stilte en de muziek die eruit groeit

Auteur: Christoph Lintermans





Je zou kunnen zeggen dat we in oorverdovende tijden leven. Bijna overal waar men komt is er muziek of muzak. In winkels om ons te verleiden, in winkelstraten, cafés en restaurants omdat "het zo gezelliger is", bij de dokter of in het ziekenhuis en in de lift om je gerust te stellen, in hotels om je meteen 'thuis' te voelen enzovoort. In het verkeer ontsnap je er ook niet aan: autoradio's die te luid zijn, en mensen met 'oortjes' in. Als die al niet te luid staan, word je met nog een fenomeen geconfronteerd: die oortjes trekken niet enkel een fysieke, maar ook een mentale muur op tussen mensen. "Laat me met rust" is de subtekst van die oortjes.
Opvallende vaststelling: alle voorgaande situaties spelen zich af in de openbare ruimte. Zo dringen vragen zich op naar onze privacy, onze vrijheid, onze verantwoordelijkheid voor de medemens, onze tolerantie. Hiervoor zijn niet zozeer wetten nodig, als wel ongeschreven gedragsregels, sociale conventies. Zolang die laatste de openbare ruimte in goede banen leiden, is er weinig aan de hand. Maar ik vrees dat met de toename van het lawaai onze tolerantie afneemt, en dan zijn enkele goedmenende sociale afspraken niet langer voldoende. Zouden we onder druk van het toenemende openbare lawaai kunnen afglijden naar een repressievere wetgeving? Ik hoop het van niet, maar de toenemende vraag naar stilte is een indicator dat het anders zal moeten. En moeten we straks echt roepen om stilte (wat een paradox), zoals in een druk klaslokaal? Hoe tolerant is deze maatschappij eigenlijk voor de stilte?
Vóór de uitvindingen van de massacommunicatie was er geen gebrek aan stilte, en als de muziek die stilte even doorbrak, was dat omdat die muziek de moeite waard was. Maar voor wie niet tot adel of burgerij behoorde, was de stilte zelfs alomtegenwoordig, enkel doorbroken door de regelmatige schoonheid van kerkklokken. (Even terzijde: ik kan me voorstellen dat heel wat hedendaagse mensen - eens met Barabas’ teletijdmachine naar de 19de eeuw geflitst - gek zouden worden van de stilte.) De muziek van de 19de eeuw kwam bovendien voort uit natuurlijke bronnen (in tegenstelling tot elektronische) en volgde de regels van het classicisme of de romantiek, die gericht waren op schoonheid. De meeste muziek die je vandaag in de openbare ruimte moet ondergaan, roept - althans bij mij - een vorm van lelijkheid op. Let op: elektronische muziek kan ook ontzettend mooi zijn. Maar de muzak die onze oren binnendringt, is elektronisch zo vervormd en ver-lelijkt dat het appelleert aan een grootste gemene deler. Het is een uitwas geworden van onze neoliberale maatschappij, die zelfs van het onderwijs niet langer verwacht dat het onze jeugd de beginselen van de esthetica bijbrengt. (Ook terzijde: dit betekent niet dat muziek die niet beantwoordt aan het klassieke of romantische ideaal, per definitie lelijk is. Denk bijvoorbeeld aan de Tweede Weense School rond Schönberg, Berg en Webern.)
De violiste uit Wims tekst doet me denken aan een citaat van Robert Fripp van de progressieve rockgroep King Crimson: "Music is the wine that fills the cup of silence." Aan het begin van een concert vraagt Fripp het publiek beleefd maar kordaat om alle opnametoestellen op te bergen. Gebeurt dat niet, dan verlaat Fripp het podium. Om naar een concert te gaan met een zekere moeilijkheidsgraad (lees: niet-commerciële muziek) moet de toeschouwer zich mentaal kunnen voorbereiden. Hij moet kunnen openstaan voor het wonder, en daar is eerst stilte voor nodig. Dat dit te weinig gebeurt, verklaart waarschijnlijk waarom ik niet vaak meer naar concerten ga. Maar wat ik wil zeggen, is dat muziek in deze maatschappij steeds minder de kans krijgt om vanuit de stilte te groeien. Dat geldt ook voor rock en pop. Kijk naar de zomerfestivals: lawaai op een afvalberg van plastic. Oké, het brengt mensen samen. Maar die gaan niet als een ander mens naar huis. Omdat het wonder hun ontnomen wordt door de commerciële bedoelingen van de organisatoren. Muziek verliest steeds meer haar religieuze functie, en ik ken ongelovigen die dat eveneens betreuren.
Wat is er mooier dan onvermoed een kerkje of kapel binnen te stappen en verrast te worden door een spelend orgel, een harp, wie weet Wims violiste? Muziek is emotie, en een instrument in de stilte kan klinken als je eigen hartenklop. Muziek hoort bij het leven zoals stilte, ademen, slapen, eten. Ik denk dat dit een essentiële functie is van muziek. Op enkele muziektempels en kerken na is onze maatschappij die functie uit het oog verloren.

Christoph Lintermans is leraar Nederlands, geschiedenis en filmwetenschap  in het secundair onderwijs en eveneens auteur van verschillende dichtbundels. Christoph is ook recensent voor de muzieksite damusic. Onlangs verscheen nog een boek van hem over progressieve rockmuziek, met de titel "Wie is er bang van prog?"

Gepubliceerd met toestemming van de auteur.

Foto: Lise Verbeeck


woensdag 25 juli 2018

De violiste





Een deel van de witte verf was reeds afgebladderd en enkele vensters van de majestueuze loft gesneuveld. Verschillende muren waren ook voorzien van de nodige tags, meestal gezet door beginnende graffitikunstenaars.  Het plafond van de loft werd ondersteund door wat lijkt op ionische zuilen, de eerste helft in het zwart, de tweede helft naadloos overgaand in het wit van het plafond. Er stonden geen meubels meer. De laatste eigenaar had de deuren reeds jaren geleden achter zich toe getrokken en sindsdien werd de loft overgelaten aan de grillen van de natuur. In het midden van de loft danste een violiste. Ze speelde prachtige, zachte, strelende muziek. Haar gesloten ogen namen de tonen op en gaven ze door aan de rest van haar lichaam dat zich elegant liet meevoeren. 
Het gebouw waarin de loft zich bevond was toe aan renovatie, iets wat die dag begonnen was. De verdieping onder de loft werd gestript wat resulteerde in gehamer en geklop, vergezeld van schreeuwende klanken van slijpmolens, nu en dan gemengd met gebrulde instructies, verwijten en lachsalvo’s. De violiste speelde verder.
Beneden manoeuvreerde een vuilniswagen zich achterwaarts door de nauwe straat met het welbekende staccato-piepsignaal, verbaal ondersteund door de instructies van de collega achter de wagen. Maar de violiste speelde verder.
Boven het hoofd van de zakenman sprong het lichtje op “gordels vastklikken” nu de Boeing 737 zijn landingsprocedure inzette. Gegier van de motoren zoals ze dat wel vaker horen in de loft: het gebouw ligt immers in een veel gebruikte aanvliegroute. En de violiste? Ze speelde verder.

Er is heel veel lawaai in het leven. Vanaf we ’s morgens opstaan, opent onze persoonlijke windows zich en worden we geconfronteerd met allerlei issues. Gaan werken, de kinderen van school gaan halen, op tijd naar de sportclub, boodschappen doen, voor de huisdieren zorgen. Dit alles is geenszins eenmalig. Elke dag opnieuw, jaar in jaar uit, antwoorden mensen op allerlei zaken die nog “to do” zijn en vinken die af via hun mentale computer.  Daarenboven worden we voldoende voorzien van allerlei opinies, overtuigingen en gedachten. Niet moeilijk dat we vaak overstemd worden en overweldigd. Toch geloof ik in het bestaan van de violiste. Ze speelt en danst en laat zich door niets of niemand van het toneel verdrijven. Ze blijft ook spelen, en dat is belangrijk. De violiste is de stem van onze ware roeping tot mens-worden. Ze speelt de muziek van wat het echt betekent om te leven. Het kan de hartverwarmende boodschap zijn van iemand die we hebben moeten achterlaten, maar die desondanks nog steeds blijft zorgen voor hemelse muziek. Voor mij als gelovige, is de muziek van de violiste de stem van God. We worden uitgedaagd op meerdere fronten. Enerzijds moeten we durven geloven dat het mogelijk is om in de overweldigende kakofonie van geluiden die telkens op ons afkomen, de klanken van de violiste uit te filteren, te herkennen en te erkennen. Anderzijds blijft het de opdracht om te geloven in de authenticiteit van haar muziek, hoe hard de andere geluiden ook mogen klinken. 


Opgedragen aan Fien...

Foto: Yarle Verbeeck

Als u op het volgende linkje klikt, maakt u kennis met de violiste die tot inspiratie diende:

vrijdag 20 juli 2018

Iedereen gewonnen (reactie Christoph Lintermans)

Beste lezers

Met zijn toestemming publiceer ik de reactie op "iedereen gewonnen" van mijn goede vriend Christoph Lintermans. Christoph is leraar Nederlands, geschiedenis en filmwetenschap  in het secundair onderwijs en eveneens auteur van verschillende dichtbundels. Christoph is ook recensent voor de muzieksite damusic. Onlangs verscheen nog een boek van hem over progressieve rockmuziek, met de titel "Wie is er bang van prog?". Via de link onderaan kan je het boek opzoeken.

"Een samenleving ontstaat waar een gedeeld, gemeenschappelijk belang groter wordt dan het individuele. In de Westerse beschaving zijn de Helleense en Romeinse samenlevingen hier een goed voorbeeld van. De Olympische Spelen illustreren het gezonde evenwicht in deze samenlevingen: een competitiegeest was toegelaten, maar uiteindelijk was deelnemen belangrijker dan winnen. Dankzij het werk van christelijke monniken zijn deze antieke bronnen voor latere generaties bewaard gebleven. Het christendom heeft zijn eigen totalitaire uitwassen (de Rijkskerk) aangepakt en correcties aangebracht: de abdij van Cluny, de (hoofdzakelijk christelijke) humanisten. Deze herstelden de band tussen algemeen en individueel belang. De opkomst van de burgerij en de moderne wetenschap versterkten later het individualisme als tegengewicht voor het staatsnationalisme van de absolute vorsten. Dit leidde tot de overwinning (in het Westen) van de Verlichting. Twee wereldoorlogen hebben in diverse vormen (imperialisme, communisme en fascisme) een bom gelegd onder de Verlichting en de belichaming van deze verlichte ideeën door de natiestaat. Waar het nationalisme in de negentiende eeuw een positieve kracht was, werd het in de twintigste eeuw synoniem voor verdeeldheid. Na WO II werd elke aanzet tot nationalisme in de Westerse wereld met argwaan onthaald. Een Europese Unie moest de natiestaten vervangen, maar dat project lijkt grotendeels mislukt. Omdat een Europees samenhorigheidsgevoel uitbleef, werd de Verlichting synoniem voor individualisme. Het verklaart volgens mij waarom een opstoot van nationalisme tijdens sportwedstrijden (cf. het WK in Rusland) enkel een kunstmatige en kortstondige vorm van samenhorigheid teweegbrengt. Als het stof is gaan liggen, verdwijnen de vlaggen en neemt het individualisme weer de bovenhand. Tussen haakjes: er is niemand die, gedreven door een Europees samenhorigheidsgevoel, nu juicht dat de vier beste voetballanden lid zijn van de EU. 

Waar Europa of de natiestaat blijkbaar niet in slaagt, lukt het religie wel: een warm deken van samenhorigheid over mensen leggen. Het christendom, de islam en het jodendom, ze hebben een belangrijke rol in deze samenleving te spelen, maar staan zwaar onder druk van een neoliberale tijdsgeest die onder het mom van individuele vrijheid de samenleving verdeelt. Liberale partijen die de maatschappelijke rol van religie helemaal willen uitschakelen, spelen met vuur. Volgens hen zijn de grondwet en zijn burgerlijke vrijheden voldoende als algemeen belang. Maar is een mens niet meer dan enkel een burger die een contract ondertekent? Is het niet in organisaties en verenigingen waarin mensen samen op zoek gaan naar een diepere betekenis in het leven, dat de mens waarachtig tot individuele ontplooiing komt? Vandaag zijn het deze netwerken die een gezond evenwicht tussen het algemene en het individuele belang kunnen garanderen. "

dinsdag 17 juli 2018

Iedereen gewonnen




De bronzen medaille van de Rode Duivels op het WK wordt historisch genoemd, de terechte bekroning van doelman Courtois als ongezien. Meer nog, de prestaties van onze nationale voetbalploeg hebben de mensen bij mekaar gebracht. “De Wever is fout”, zo besluit Jan Mulder. De feestende volksmassa in Brussel bewijst samenhorigheid en solidariteit: geen verdeeldheid, maar “tous ensemble”, zo klinkt het.
Ik twijfel niet aan de oprechte feestvreugde en de gevoelens van trots die velen koesteren. Noch gaat deze column over de prestaties van ons nationaal elftal. Maar sta me toch toe te twijfelen aan de samenhorigheid en de eenheid die in de reacties van het volk worden gelezen. Er is slechts sprake van een ware samenhorigheid als er plots geen klassenverschil meer zou zijn in de samenleving. Solidariteit nu de kansrijken inspringen voor kansarmen, rijkdom en welvaart worden op een rechtvaardige wijze herverdeeld, ware gelijkheid van kansen op de arbeidsmarkt, echte investeringen in gezondheidszorg, zorg voor ouderen en langdurig zieken, etc.
Het is mijn stelling dat de feestvreugde rond de overwinning van de Duivels iets zegt over het individualisme in de samenleving.  Sta me toe dit even te duiden. We leven in een samenleving van winnaars en het is onze opdracht om op zoveel mogelijk domeinen van ons leven winnaar te zijn: een super toffe relatie, een job met maatschappelijke status, voldoende materiële welstand, foto’s van een geslaagd leven op sociale media. Verliezen doen we niet graag, meer nog, het is not done, hoewel men in het leven vaker tegen de mat gaat dan op het podium staat. Wanneer de Rode Duivels winnen, winnen wij, wanneer ze verliezen, doet het pijn. Neem hier even afstand van: waarom zitten mensen in zak en as wanneer een ploeg multimiljonairs een voetbalmatch verliest? Omdat op dat moment  ook wij verliezen. De uitzinnige vreugde om de derde plaats op het WK, is de vreugde van ons eigen winnaar-zijn. En in die vreugde zijn we verenigd. Individualisme ten top zou ik zo zeggen. De ironie kan niet groter zijn: wanneer de beelden uit Brussel ons een verenigd België tonen, dan bewijzen ze de prestatiedrang en het individualisme die onze samenleving de adem afsnijden.
Kijk eens naar de laatste scène uit de grappige film “The Truman Show” (linkje onder de tekst). Truman speelt een rol in een soap die jarenlang mensen aan het beeldscherm gekluisterd houdt. Door een samenloop van omstandigheden, stopt de soap abrupt. Twee bewakers van een ondergrondse parkeergarage zijn getuigen van het onverwachte einde van “The Truman Show”. Het wordt stil, ze blijven verweesd achter. Tot een van beiden de stilte doorbreekt en droog vraagt naar wat er anders nog op TV is. Bewijs: tel de aanwezigen op de Grote Markt in Antwerpen tijdens de match tegen Frankrijk en vergelijk die met de hoeveelheid mensen tijdens de match tegen Engeland.
Stop nu met dat doemdenken, filosoofje. Natuurlijk is het niet allemaal slecht nieuws. Ongetwijfeld hebben supporters tijdens de puike prestaties van de Rode Duivels wel degelijk samenhorigheid gevoeld. Alleen vormt deze samenhorigheid geen einddoel – we zijn er nog niet -, maar wel een te bereiken doel. “Tous ensemble” is essentieel wil een samenleving menselijk zijn – de betekenis van het woordje “religie” heeft te maken met verbondenheid – maar er moet nog een weg worden afgelegd. En dat moet ik wel toegeven: religieuze leiders en politici slagen veel minder in wat de Belgische nationale voetbalploeg kortstondig wel heeft kunnen doen: mensen bij mekaar brengen en samen laten feesten en genieten. Opdracht nu om dit oprechte gevoel te vertalen naar een maatschappelijke evidentie. Dan pas wordt “Tous ensemble” waarlijk allen tesamen.  


Als je op het linkje klikt, kan je de volledige eindscène van "The Truman Show" zien.

Foto: Wim Verbeeck

Humor als existentiebepaling

  Even in herinnering brengen: volgens Climacus bestaan er drie existentiesferen: de esthetische, de ethische en de religieuze. Ik heb deze ...