In het eerste boek van de Bijbel, het boek Genesis, maakt de
lezer kennis met Josef. Uit jaloezie en als straf wordt Josef door zijn broers
verkocht aan Egyptische mensenhandelaars. In Egypte wacht Josef de dood van een slaaf.
Het verhaal eindigt met een dramatische ommekeer. Om redenen, te lang voor deze
tekst, komt Josef in een positie te staan waarin hij kan beslissen over leven
of dood van zijn broers. Je leest het goed, Josef vergeeft zijn broers. In dit
verhaal introduceert de Bijbel een van haar belangrijkste en meest
controversiële ideeën, vergeving, en dit in een context van leven en dood. Over
de grenzen van tijd en cultuur vraagt de Bijbelse traditie aan elkeen om steeds
te streven naar vergeving, dus ook aan mij.
Dan zet ik de televisie aan en kom ik oog in oog te staan
met Tatiana en Bouchra. Naar eigen zeggen beseffen ze welke gruwelijke fouten
ze hebben gemaakt. Al wat ze willen is veiligheid, gezondheid en toekomst voor
hun kinderen. Hiervoor zijn ze bereid om de celstraf, opgelegd door het
Belgische gerecht, te ondergaan. Daarenboven reist een team van kinderartsen,
psycholoog prof. Loots en de directrice van Childfocus, Heidi de Pauw, af naar
het gebied om de zorgwekkende gezondheidstoestand van de kinderen vast te
stellen. Strafpleiters als Walter Damen houden een vurig pleidooi, gebaseerd op
de onschuld van de kinderen en de verantwoordelijkheid van de Belgische staat ten
opzichte van haar onderdanen. Een mens in nood, moet geholpen worden, anders is
het schuldig verzuim, zo klinkt het. En dan komt het vonnis, België wordt
verplicht om de kinderen te repatriëren. Bouchra en Tatiana zullen hun straf
niet ontlopen. Ze zullen onmiddellijk na aankomst naar de gevangenis worden
overgebracht.
Ik zeg dit niet lichtzinnig, maar ik denk dat deze kwestie
een van de belangrijkste en moeilijkste ethische vraagstukken is waarmee we de
jongste tijd als samenleving geconfronteerd werden. Enerzijds is het duidelijk.
Mensen in nood moeten worden geholpen en, zo lees ik op mijn eigen blog,
mensenrechten moeten gerespecteerd worden, zelfs wanneer de tegenpartij dat
niet doet. Vergeet niet dat ook Josef geen enkele garantie had dat zijn broers
daadwerkelijk spijt hadden en vooral dat de feiten zich in de toekomst niet
meer zouden herhalen. Anderzijds gaat het over mensen die zich hebben aangesloten
bij een terroristische organisatie, verantwoordelijk voor aanslagen en gruweldaden
waarbij zelfs de grootste horrorfreak maagklachten oploopt.
Ik geef toe, lange tijd kon ik geen mening vormen. Nu denk
ik dat het een fout is om deze vrouwen en kinderen terug naar België te halen. Ik
kwam tot dit besluit omdat ik de situatie heb bekeken vanuit een andere invalshoek,
namelijk die van het gezin dat me gisteren voorbijliep toen ik met mijn hond
ging wandelen. Ook deze mensen hebben mensenrechten. Ze hebben recht op een
veilige samenleving waarin ze naar kerstmarkten en popconcerten kunnen gaan.
Een samenleving die niet wordt opgeschrikt door terreur en niet gebukt gaat
onder extremisme van welke overtuiging ook. Terwijl ik dit schrijf roept Josef me
toe: hoe zit het met vergeving? Kan het dan echt niet dat Tatiana en Bouchra
hun fouten hebben ingezien? Hebben ze geen recht op vergeving? Het spreekt voor
zich dat lijdende kinderen niet aan hun lot mogen worden overgelaten, maar dat
geldt ook voor die drie kinderen van de statistische tien die vandaag in
Vlaanderen opgroeien in armoede. Misschien moeten alternatieve manieren gezocht
worden om Bouchra, Tatiana en alle overige Belgische kinderen van IS-strijders
te helpen, zoals het organiseren en/of financieren van plaatselijke hulp. Hoe
dit moet gebeuren, daar heb ik geen idee van.
Straks staat het ontbijt op
tafel. Niets te kort. Duizenden kilometers verder, of misschien wel achter de
hoek, lijden kinderen. En, zo vraag ik me af, hoe zit het met mijn
verantwoordelijkheid? Wat te doen met mijn overtuiging dat vergeving de enige
manier is om een toekomst voor allen mogelijk te maken?