zondag 24 februari 2019

Terug naar de doodstraf? Hoe een gekwetste samenleving omgaat met haar wonden





Tijdens het VRT-journaal van maandag 18 februari stelde Bart de Wever onomwonden dat het voor hem persoonlijk geen probleem zou zijn dat Belgische IS-strijders, nu gevangen in Syrië, door een Iraakse rechtbank zouden veroordeeld worden tot de doodstraf. Hoewel het gaat over zijn persoonlijke mening, lijkt het me toch zinvol om hier even bij stil te staan. De doodstraf voor Belgische onderdanen kan wel degelijk een onrechtstreeks gevolg zijn van een beslissing van de Belgische regering.
Volgens de website van de VRT (link onderaan) was Emiel Ferfaille de laatste Belg die als gevolg van de doodstraf, uitgesproken door een Belgische rechtbank, werd geëxecuteerd in België. Hij stierf op 26 maart 1918. Nadien werd de doodstraf automatisch omgezet tot levenslang. België kent de doodstraf niet meer, maar met een politieke beslissing van de Belgische regering zou daar de facto wel eens verandering in kunnen komen.
Laat ik eerst even uitweiden naar een belangrijke pijler van onze cultuur, de religies gebaseerd op Abraham. Wat vandaag bekend staat onder de tien geboden, de verordeningen die Mozes op de berg Horeb van Jahwe ontving, bevatten een duidelijk bevel niet te doden. De geboden nuanceren hierin niet. Het doden van een medemens, ongeacht de omstandigheden, is onaanvaardbaar. Hierbij moet men zich realiseren dat de tien geboden gebaseerd zijn op een morele consensus die stapsgewijs in de samenleving is gegroeid. Het niet vereren van afgoden, het niet doden van mensen, niet liegen, het eren van een huwelijksbelofte, het niet stelen en bedriegen, al deze dingen zijn fundamenteel wil een samenleving een stabiele thuis bieden voor iedereen. Indien aan deze fundamentele geboden geraakt wordt, dreigt de oorlog van allen tegen allen en de totale anarchie.
In de 17de eeuw benoemde Thomas Hobbes laatstgenoemde oorlog van allen tegen allen de begintoestand van de mens. Hiermee bedoelt hij het beginsel van de mens. Indien er geen sociaal contract wordt gesloten, vormt de ene mens een wezenlijk gevaar voor de andere mens. Daarenboven is het leven in de woorden van Hobbes nasty, brutish and short. Om aan deze penibele situatie het hoofd te bieden, sluit de mens stilzwijgend een sociaal contract af. Elke onderdaan van de staat geeft zijn wrede agressie af aan de staat die hierdoor het monopolie van het geweld verwerft. Met andere woorden, de burger geeft zijn rol als roofdier op in ruil voor de bescherming van de staat, in de woorden van Hobbes, de Leviathan (zeemonster) genoemd. Deze Leviathan kan geweld plegen en straffen, indien de sociale stabiliteit hierom vraagt.
Zoals reeds aangehaald, riskeren voormalige IS-strijders met de Belgische nationaliteit, de doodstraf, indien ze zouden worden veroordeeld door een Iraakse rechtbank. Gesteld nu dat de Belgische regering dit toestaat, dan zou dit betekenen dat ze de doodstraf onrechtstreeks opnieuw toestaat, misschien wel invoert. Meer nog, gesteld dat de publieke opinie zich achter deze visie schaart, dan betekent dit dat ook zij een herinvoering van de doodstraf aanvaardbaar vindt. Dit is een ernstige evolutie, misschien wel een stap terug in de geschiedenis.
Volg even de redenering mee vanuit Hobbes. U, ik en de rest van de samenleving sluiten stilzwijgend een sociaal contract af waardoor de maatschappij vorm krijgt. U ziet dit op de cover van het boek, de Leviathan is opgebouwd uit mensen zoals u en ik. Hierbij geven we onze inherente capaciteit tot geweld af aan de staat, dit is in termen van Hobbes, de Leviathan. Deze overheid nu verkrijgt het monopolie van het geweld en hierdoor ook een mandaat om haar onderdanen te berechten. Evenzeer is de overheid verantwoordelijk voor de uitvoering en de opvolging van de vonnissen. In casu van de IS-strijders schuift de overheid deze taak door naar de Iraakse overheid in een ijdele poging haar verantwoordelijkheid te ontvluchten. De doodstraf, eventueel uitgesproken door de Iraakse rechters, staat dus in de lijn van de juridische en morele verantwoordelijkheid van de Belgische staat die hiervoor het mandaat ontvangt vanuit het sociaal contract dat door ieder van ons wordt aangegaan. Hoe men het ook wil uitleggen, als lid van de Belgische samenleving ben je moreel geconnecteerd aan de uitspraken van de Iraakse rechter.
Theo Francken heeft dit heel goed gezien. Zijn voorstel is geniaal. Laten we de Belgische IS-strijders hun Belgische nationaliteit afnemen, zo stelt hij. Dit is goed gezien van Francken, want door de Belgische nationaliteit af te nemen, knipt hij de morele draad door die u en mij verbindt met het oordeel van de Iraakse rechters en het lot van de Belgische IS-strijders. Het is een interessante discussie of het verkrijgen van een nationaliteit een gunst of een grondrecht is, maar ongeacht dat, is het afnemen van de nationaliteit een bedenkelijke zet in het hele verhaal van de morele verantwoordelijkheid.
Ik zie als enige oplossing de oprichting van een Europees tribunaal voor IS-strijders, eventueel gekoppeld aan het oorlogstribunaal in Den Haag. Dit tribunaal kan streng straffen, maar garandeert een moreel verantwoorde rechtsgang. Dat deze gang van zaken onze samenleving opnieuw op de proef zal stellen, staat buiten kijf. Maar zoals ik reeds in voorgaande stukken schreef, vormt het dossier van IS, zowel voor wat de kinderen als de ouders betreft, een van de moeilijkste morele uitdagingen van de jongste tijd. Het zal er echter op aankomen om, geconfronteerd met de vreselijke, beestachtige moorddadigheid van IS, als samenleving niet zelf te verglijden naar moreel bedenkelijk handelen. Bedenk dat het gebod ‘dood niet’, onlosmakelijk verbonden is met het humanisme. Laten we ook niet vergeten dat een andere pijler van onze cultuur, i.e. de religies in de lijn van Abraham, een morele code ontwikkelde die geen discussie toelaat: dood niet.



Met dank aan Patrick Bailliu.
Foto cover Leviathan: google afbeeldingen/wikipedia
Foto citaat Nietzsche (Afgodenschemering): https://www.quote-co.nl/quotes/friedrich-nietzsche/als-je-in-de-afgrond-kijkt-dan-kijkt-de-afgrond-ook-in-jou/



dinsdag 12 februari 2019

Morele ontsporing van een afgezwakte cultuur, de lynchpartij van Joke Schauvliege




Deze tekst gaat eigenlijk niet over Joke Schauvliege en ook niet over haar politieke verantwoordelijkheid en zeker niet over haar fouten. Het gaat wel over de manier waarop er met haar wordt omgesprongen en waarom dit een teken is van een decadente, zwakke cultuur.

In zijn Genealogie van de Moraal (1887) onderzoekt Friedrich Nietzsche de wijze waarop culturen omgaan met straf. Hij stelt vast dat de geschiedenis van de straf een historie van wreed bloedvergieten is waarbij de ene cultuur de andere probeert te overtreffen in ingeniositeit voor wat de aard en de wreedheid van de straf betreft. Vierendelen, verminken, radbraken, zaken waarbij zelfs de meest zieke geest maagproblemen ondervindt. Het is een teken van morele vooruitgang wanneer de cultuur de correcte reden voor een straf onder ogen wil zien. Straffen wordt niet gedaan om aan te tonen dat een bepaald gedrag verwerpelijk is of om de veroordeelde iets te leren. Straffen gebeurt omdat de schuldeiser de schuldenaar pijn wil doen en vooral omdat de schuldeiser wenst te genieten van zijn macht. Hij kan de schuldenaar immers doen lijden. De Romeinen gingen er volgens Nietzsche op vooruit omdat het Romeinse recht niet meer wenste vast te stellen hoeveel de schuldeiser van de schuldenaar mocht  afsnijden. Het feit dat hij het vlees van de schuldeiser kon afsnijden, volstond. Er was immers pijn en deze pijn werd toegebracht door de schuldeiser.

Wanneer een cultuur naar een punt evolueert waarbij het fysieke lijden quasi tot nul wordt herleid, wordt de straf overbodig. In dat stadium bereikt de cultuur volgens Nietzsche een moreel hoogtepunt. Al snel zal dit hoogtepunt verlaten worden om een duikvlucht naar beneden te nemen nu het toebrengen van fysiek lijden getransformeerd wordt tot het toebrengen van psychisch lijden, zo stelt Nietzsche vast. De intense wreedheid op fysiek vlak is nu omgevormd tot een nietsontziende wreedheid op psychisch vlak. Een publieke terechtstelling op de jaarmarkt transformeert zich tot een publieke vernedering op televisie en sociale media. De intensiteit van de wreedheid blijft bestaan.

Deze evolutie heeft zich overduidelijk in onze cultuur voltrokken. Fysiek geweld is een taboe, terecht. De zogenaamde pedagogische tik is verwerpelijk, zo stelt men. De radeloze ouder die zijn kind een tik verkoopt heeft als ouder gefaald, zo klinkt het. Ik pleit uiteraard niet voor geweld tegen kinderen. In absolute waarde uitgedrukt is de pedagogische tik echter verwaarloosbaar in vergelijking met een getackeld worden tijdens een voetbalmach, op de mat gesmeten worden in de judo-les of gewoonweg uitglijden op de stoep. Daartegenover is er geen probleem wanneer mensen ziek worden van de stress op hun werk of van de prestatiedruk van onze samenleving. Er is ook geen vuiltje aan de lucht wanneer mensen psychologisch worden gefolterd door hun omgeving. De waardeschaal is volkomen ontwricht.

De manier waarop de publieke omroep en de sociale media zijn omgesprongen met Joke Schauvliege is verwerpelijk en degoutant te noemen. Journalist Bart Verhulst bleef na het overduidelijke antwoord van Schauvliege en de duiding van Beke doorvragen als een bezetene. De duidingsprogramma’s Terzake en De Afspraak, iconen van zogenaamde kwaliteitsvolle journalistiek, begonnen beiden met een ludieke woordspeling op de naam van Joke Schauvliege en vonden deze vondst geweldig en origineel. Maar dat is niet alles. Het is blijkbaar normaal dat je mensen bestookt met sms’jes, vernedert tijdens betogingen, belachelijk maakt op sociale media. En ja, ze weent! Ze weent op televisie! We hebben ze gebroken!

Joke Schauvliege werd publiekelijk terechtgesteld in het Colosseum van de publieke ruimte. Ze is politica en dat moet maar kunnen, zo zegt men. Minister Koen Geens vindt het naar eigen zeggen normaal dat een politicus de ‘pispaal’ is van de samenleving. Stress op het werk, daar moet je tegen kunnen. Prestatiedrang, de normaalste zaak. Je persoon, met bagger overspoeld op de sociale media, moet kunnen. Wel, beste lezer, dit is niet normaal. Het feit dat onze cultuur vrij spel geeft aan psychisch terrorisme is een teken van degeneratie en verval. Hier moet krachtdadig worden opgetreden. Niemand mag gefolterd worden, dat is duidelijk. Maar dat dit niet alleen over lichamelijke verminking gaat, maar zeker ook over psychische, lijkt voor onze cultuur minder en minder duidelijk te zijn.

Foto: Lise Verbeeck


Humor als existentiebepaling

  Even in herinnering brengen: volgens Climacus bestaan er drie existentiesferen: de esthetische, de ethische en de religieuze. Ik heb deze ...