woensdag 25 juli 2018

De violiste





Een deel van de witte verf was reeds afgebladderd en enkele vensters van de majestueuze loft gesneuveld. Verschillende muren waren ook voorzien van de nodige tags, meestal gezet door beginnende graffitikunstenaars.  Het plafond van de loft werd ondersteund door wat lijkt op ionische zuilen, de eerste helft in het zwart, de tweede helft naadloos overgaand in het wit van het plafond. Er stonden geen meubels meer. De laatste eigenaar had de deuren reeds jaren geleden achter zich toe getrokken en sindsdien werd de loft overgelaten aan de grillen van de natuur. In het midden van de loft danste een violiste. Ze speelde prachtige, zachte, strelende muziek. Haar gesloten ogen namen de tonen op en gaven ze door aan de rest van haar lichaam dat zich elegant liet meevoeren. 
Het gebouw waarin de loft zich bevond was toe aan renovatie, iets wat die dag begonnen was. De verdieping onder de loft werd gestript wat resulteerde in gehamer en geklop, vergezeld van schreeuwende klanken van slijpmolens, nu en dan gemengd met gebrulde instructies, verwijten en lachsalvo’s. De violiste speelde verder.
Beneden manoeuvreerde een vuilniswagen zich achterwaarts door de nauwe straat met het welbekende staccato-piepsignaal, verbaal ondersteund door de instructies van de collega achter de wagen. Maar de violiste speelde verder.
Boven het hoofd van de zakenman sprong het lichtje op “gordels vastklikken” nu de Boeing 737 zijn landingsprocedure inzette. Gegier van de motoren zoals ze dat wel vaker horen in de loft: het gebouw ligt immers in een veel gebruikte aanvliegroute. En de violiste? Ze speelde verder.

Er is heel veel lawaai in het leven. Vanaf we ’s morgens opstaan, opent onze persoonlijke windows zich en worden we geconfronteerd met allerlei issues. Gaan werken, de kinderen van school gaan halen, op tijd naar de sportclub, boodschappen doen, voor de huisdieren zorgen. Dit alles is geenszins eenmalig. Elke dag opnieuw, jaar in jaar uit, antwoorden mensen op allerlei zaken die nog “to do” zijn en vinken die af via hun mentale computer.  Daarenboven worden we voldoende voorzien van allerlei opinies, overtuigingen en gedachten. Niet moeilijk dat we vaak overstemd worden en overweldigd. Toch geloof ik in het bestaan van de violiste. Ze speelt en danst en laat zich door niets of niemand van het toneel verdrijven. Ze blijft ook spelen, en dat is belangrijk. De violiste is de stem van onze ware roeping tot mens-worden. Ze speelt de muziek van wat het echt betekent om te leven. Het kan de hartverwarmende boodschap zijn van iemand die we hebben moeten achterlaten, maar die desondanks nog steeds blijft zorgen voor hemelse muziek. Voor mij als gelovige, is de muziek van de violiste de stem van God. We worden uitgedaagd op meerdere fronten. Enerzijds moeten we durven geloven dat het mogelijk is om in de overweldigende kakofonie van geluiden die telkens op ons afkomen, de klanken van de violiste uit te filteren, te herkennen en te erkennen. Anderzijds blijft het de opdracht om te geloven in de authenticiteit van haar muziek, hoe hard de andere geluiden ook mogen klinken. 


Opgedragen aan Fien...

Foto: Yarle Verbeeck

Als u op het volgende linkje klikt, maakt u kennis met de violiste die tot inspiratie diende:

8 opmerkingen:

  1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zou er een verband zijn tussen Nietzsches 'God is dood' en de verstedelijking na 1800? Zou de dood van God zich niet veel eerder in de steden (in tegenstelling tot het platteland) gemanifesteerd hebben, waar Gods stem steeds moeilijker hoorbaar werd door het geklop van de eerste machines en het geraas van de eerste motoren? Zou zijn Sternen-Freundschaft een wanhoopskreet, een laatste strohalm zijn in een snel veranderende maatschappij? De clerus heeft in elk geval te lang onder één hoedje gespeeld met het grootkapitaal, waardoor het vrijzinnige socialisme en later het pragmatische daensisme (onder impuls van Rerum Novarum) wortel konden schieten. Sindsdien werd de kerk als spirituele basis in vraag gesteld, zoals Philip Larkins ambivalente houding in zijn gedicht 'Church Going' uit 1954 (ik denk overigens dat de kerk deze ontworteling nooit meer te boven is gekomen). Ik citeer uit dit gedicht:
    But superstition, like belief, must die,
    And what remains when disbelief has gone?
    Grass, weedy pavement, brambles, buttress, sky,

    A shape less recognizable each week,
    A purpose more obscure. I wonder who
    Will be the last, the very last, to seek
    This place for what it was;

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. De meest bekende enscenering van de dood van God is te vinden in §125 van "De Vrolijke Wetenschap", waarin een dolle mens zich op het middaguur naar de markt begeeft en de mensen vraagt waar God is. God is dood, zo klinkt de boodschap van de dolle mens. De enscenering vindt plaats in de stad, wat inderdaad te maken heeft met het ontstaan en vergaan van, in casu het christendom, in de stad. Ik ga slechts ten dele mee in de idee van de laatste strohalm. Eerder zie ik in de sterrenvriendschap de nietzscheaanse overtuiging van hoop op een nieuw begin, een krachtig antwoord op het nihilisme. Dat de geïnstitutionaliseerde religie zoals we die vandaag kennen, zal verdwijnen in de vorm waarin ze nu bestaat, daar lijkt weinig twijfel over. Dat een nieuwe krachtige versie van een sterk, doorleefd religieus bewustzijn kan/zal ontwaken, daar ben ik persoonlijk wel van overtuigd. Waarschijnlijk zal ik, en u beste lezer, dit niet meer meemaken. Maar dat is nu de betekenis van hoop.

      Verwijderen
    2. Het blijft merkwaardig dat het nihilisme net Nietzsche verweten werd.

      Verwijderen
    3. Nietzsche was een hoopvol pessimist. Beide ideeën zitten ingebakken in het nihilisme. Velen zijn echter de Ars Legendi vergeten. :)

      Verwijderen
  3. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. In onze maatschappij, waar lawaai de norm is geworden, is godsdienst uit de publieke ruimte verjaagd, net omdat ze om stilte vraagt. Ze is vervangen door schreeuwerige afgoden waarvoor je 'vrij' kunt kiezen en die je even snel weer kunt weggooien, het typische consumptiepatroon dus. (Bedenking: welke cynische zakenman ontdekt het gat in de markt en verkoopt stilte?) Wie vandaag gelovig in het leven wil staan, moet Gods stem geïnternaliseerd hebben. Een stem die vanbinnen zit en steeds hoorbaar is, in weerwil van het geroep van valse profeten. Om deze stem te internaliseren, zijn we steeds meer aangewezen op steeds kleiner wordende kernen waar het zaad nog kan ontkiemen: een gelovig gezin (dat sterk onder maatschappelijke druk staat), een bijbelgroep, een retraite in het klooster. De kernen waar de seculiere openbare ruimte al zo sterk is binnengedrongen (de godsdienstles, de jeugdbeweging) hebben die kracht niet meer.

    BeantwoordenVerwijderen

Humor als existentiebepaling

  Even in herinnering brengen: volgens Climacus bestaan er drie existentiesferen: de esthetische, de ethische en de religieuze. Ik heb deze ...