Sinds enkele weken vergezelt de nieuwe CD, ‘In the blue light’ van Paul Simon me bij elke
verplaatsing met mijn wagen. Simon verzamelde een aantal reeds verschenen nummers
en bekleedde deze met nieuwe arrangementen. “René and Georgette Magritte with
their Dog after the War” vertelt het hartverwarmende verhaal van twee oude
mensen die hun dagen samen doorbrengen, zacht, warm en met veel zorg voor
mekaar. Ze wandelen door winkelstraten, worden geraakt door de immense
schoonheid van de modieus aangeklede paspoppen in de vitrines van de hippe
kledingzaken, ze dansen zachtjes in hun woonkamer, terwijl het maanlicht via
het raam hen verlicht zoals een spot op een dansvloer. In hun harten zitten
verhalen over hun leven samen, hun pijn en verdriet, maar ook hun vreugde en
dankbaarheid omdat ze mekaar hebben en er voor mekaar kunnen zijn. Het grootste
deel van hun leven is voorbij, maar ze hebben ontdekt wat zo weinigen kunnen
ontdekken. Ze weten waar het in het leven om draait en deze kennis, diep
verborgen in hun hart, voedt hen, elke dag opnieuw.
Zaterdag
was een sombere, grijze dag. Druilerige regen maakte de bezoekers van de Meir
ongenadig nat. Het deed hen sneller stappen, soms zonder oog voor andere
voorbijgangers. Een straat van dwalers, omringd door “weapons of mass
consumption”, op zoek naar, ja wat? De wereld geeft een troosteloze aanblik.
Terwijl ik over de Meir liep, flitsten onwillekeurig beelden uit de actualiteit
door mijn hoofd. Hoe mensen op de vlucht waren voor natuurrampen, ver van mijn
bed. Hoe anderen probeerden te overleven
in armoede, misschien wel te dicht bij mijn bed. Hoe moet het verder? Wie of
wat kan alles ten goede keren? Is dat nog wel mogelijk of is alles voorbij? De
winkelende mensen op de Meir vormden het beeld bij uitstek van de ratrace waar we allen aan deelnemen. Het
maakt ons overspannen, en gejaagd. Geen tijd om tijd te maken. Onomkeerbaar is
het.
Ik zat
reeds een tijdje te praten met een goede vriend in ons stam-koffiehuis, toen ik
plotseling oog kreeg voor het koppel aan het tafeltje naast ons. René dronk van
zijn koffie verkeerd al was het een dure wijn, voorbehouden voor koningen.
Ondertussen genoot Georgette met volle teugen van het stuk appeltaart dat met
elke schep een aanzienlijk deel van zichzelf verloor. Ook zij dronk koffie
verkeerd, maar diende de kop te ondersteunen met haar tweede hand. “Laat het u
smaken!”, hoorde ik de dienster zeggen. “Dat is echt wel lekker”, antwoordde
René, en ook hij gaf zich ten volle aan zijn stukje taart. Na de maaltijd
veegde Georgette haar mond af met een servetje en keek ze met één oog naar haar
rollator, die geduldig stond te wachten op het einde van het feestmaal. Nog
voor Georgette zich had kunnen rechtzetten, stond René reeds klaar met haar
mantel. Voorzichtig hielp hij zijn vrouw in het kledingstuk en nadien deed hij
de riem van haar handtas om haar schouder, alsof hij het meest dure beeldje in
de zilverkast plaatste. Er werden geen woorden gesproken, maar toch werd er
veel gezegd. René en Georgette Magritte, toonden me in het koffiehuis dat de zon
kan schijnen tijdens een druilerige dag. Ze toonden dat liefde, tederheid en
zorg overleven in een wereld die ogenschijnlijk met de minuut verhardt. Ze
lieten me zien waar het in het leven echt om gaat en dat het allemaal de moeite
waard is. Ik kan alleen maar dankbaar zijn omdat ik René en Georgette vorige
zaterdag heb mogen ontmoeten. We hebben mekaar nooit gesproken, maar zij hebben
mij heel veel gezegd.
Foto: wikipedia.nl
Muziek: Paul Simon, "René and Georgette Magritte with their Dog after the War"
Wil je het liedje eens beluisteren?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten