Onderstaande tekst is een reactie op een artikel dat geschreven werd door Leni Franken. U kan via bijgevoegde link het artikel lezen.
Tekst Leni Franken
Omdat een belangrijk deel van de bevolking zich niet meer
identificeert met de katholieke levensbeschouwing, zou het, aldus Leni Franken
opportuun zijn om het vak godsdienst facultatief te maken. Ongetwijfeld is het
eerste deel van de redenering correct. Velen nemen afstand van het katholieke
denken en stellen zich terecht vragen bij de rol van de katholieke sfeer in de
samenleving. Tegelijk vraagt Franken een herwaardering van de
levensbeschouwelijke geletterdheid, wat uiteraard een erg zinvolle competentie
is, zeker in tijden waarin extremisme de kop op steekt.
Kortweg is mijn stelling de volgende: indien ik als leraar
godsdienst de voorbije twintig jaar de
levensbeschouwelijke geletterdheid die mevrouw Franken wil zien, niet centraal
zou hebben gesteld in mijn lessen, dan zou ik nu geen leraar godsdienst meer
kunnen zijn. Maar, zo vraagt u terecht, waarom dan starten vanuit de katholieke
godsdienst? Wel, omdat het starten vanuit een bepaalde religie of
levensbeschouwing, in casu de
rooms-katholieke godsdienst, een vorm van learning
in religion is, en dat werkt. Een neutraal buitenperspectief, learning about religion, werkt om verschillende
redenen niet. Ten eerste bestaat het niet. Je kan, buiten encyclopedische
kennis, geen neutraal perspectief aanbieden binnenin levensbeschouwelijke
vorming omdat de leraar, de leerling en de leerstof in dit vak de facto onlosmakelijk met mekaar verbonden
zijn. Ten tweede biedt een zogenaamd objectief standpunt aan de leraar en de
leerling de mogelijkheid om zich letterlijk van de leerstof te distantiëren,
waardoor het verwezenlijken van de levensbeschouwelijke competenties op de
helling komt te staan.
Wat is de kracht van de tradities in de lijn van Abraham (ik
vermijd de termen jodendom, christendom, islam, atheïsme ed.)? De mondelinge en
schriftelijke traditie die aan voornoemde religies of levensbeschouwingen
verbonden is, omvat archetypes van verhalen die het menselijk bestaan altijd al
vorm gegeven hebben. Zo kent men David versus Goliath, Achilles versus Borgias,
Dawud versus Djalut, Nietzsche tegen de geest
der zwaarte, ik tegen de soms slopende routine en de snijdende, scherpe
kanten van het leven. Leer deze archetypes aan, en je leert dat we verbonden
zijn. Zelfs de moderne fysica weet dat we verbonden zijn: allen zijn we
sterrenstof. Er zijn talloze voorbeelden van zulke archetypische verhalen, maar
weet dat wanneer een leerling in de godsdienstles kennis maakt met David en
Goliath, leert over wat wij allemaal meemaken. Hierdoor verwerft deze leerling
een vorm van levensbeschouwelijke geletterdheid die bovendien wijst op de
feitelijke verbondenheid van mensen. Met andere woorden, een leerling die het
vak godsdienst volgt in het katholiek onderwijs, zal kunnen groeien als mens,
wat ook zijn levensbeschouwelijke visie is.
Voor u in uw pen kruipt en mij van een overdreven
favoritisme ten opzichte van de christelijke godsdienst beschuldigt, toch even
dit. Het spreekt voor zich dat een leerling evenzeer levensbeschouwelijke
competenties verwerft wanneer die starten vanuit een andere traditie. Je kan
beginnen bij de atheïst Nietzsche en zijn strijd tegen de Geest der zwaarte, om dan uit te komen bij Dawud versus Djalut. De
kunstmatige scheiding van de levensbeschouwelijke vakken heeft al lang niets
meer te maken met wat er de facto in
de klas gebeurt. Het gaat zeker ook om de belangen van de onderwijskoepels en
allen die hiermee verbonden zijn, lees, het gaat ook om macht. Vraag is of de
woordenstrijd in de media rond levensbeschouwelijke vorming, vaak vertrekkend
vanuit foutieve premissen die reeds lang achterhaald zijn in de klas, de
leerling enig goed doen? Wat mij betreft niet.
REMINDER: er is nog 1 plaats vrij voor de leeskring rond "Zo Sprak Zarathustra". Alle info kan u vinden op mijn vorige blogpost.
Informatie leeskring Zarathustra
Geen opmerkingen:
Een reactie posten