zaterdag 20 februari 2021

De actrice en de zwaarte

 




In “De crisis en een crisis in het leven van een actrice” vertelt Nicolaus Notabene, pseudoniem van Kierkegaard, het verhaal van een actrice die als zestienjarige op een voortreffelijke wijze de rol van Julia neerzette in Schakespeares overbekende toneelstuk. Notabene noemt haar niet bij naam, maar volgens Paul Cruysberghs, zou het gaan over Johanne Luise Heiberg (foto). In 1847 nam voornoemde actrice de rol opnieuw voor haar rekening, ze was toen vierendertig jaar oud. Kierkegaard analyseert de reacties van het publiek, zeker nu een oudere actrice een rol herneemt die ze als tiener zo uitmuntend neerzette. Het publiek ziet een oudere actrice, bekleedt met een esthetische jeugdigheid, een rijpheid die haar opnieuw jong, zelfs tijdloos maakt. 

In het volle betoog wijdt Notabene uit over de rol van de zwaarte en de angst. Hij hekelt de idee dat professionele artiesten, bij uitbreiding ook kunstenaars in het algemeen, geen angst zouden hebben. De toeschouwer ziet immers iemand op het toneel die volledig in haar element lijkt te zijn, iemand die volledig vergroeid is, samenvalt met het personage dat ze neerzet. Niets is minder waard, aldus Notabene, ’s avonds in de eenzaamheid van haar kamers, overvalt de actrice de diepe, quasi existentiële angst die op het toneel verdwenen lijkt te zijn. De interessante stelling van Notabene bestaat erin dat de zwaarte nodig is, wil de actrice ten volle kunnen zijn wie ze is. Zwaarte is hier nodig om de inherente kracht van de kunstenaar tot ontplooiing te laten komen, daar die zwaarte in verhouding staat tot de grote innerlijke kracht die iemand kan dragen.

Dit alles deed me toch terugdenken aan de kameel die voorkomt in Zarathustra’s redevoering van de drie gedaanteverwisselingen. Voornoemde kameel buigt zich gewillig voorover om zich met zwaarte te doen beladen. Zarathustra voorziet een gedaanteverwisseling van kameel tot leeuw en tenslotte van leeuw tot kind. De leeuw vernietigt de zwaarte, waarna het kind spelenderwijs en lichtvoetig door het leven kan gaan. Vergeten we echter niet dat het kind opnieuw kameel zal worden wanneer het zich in een specifieke en concrete situatie van het leven bevindt of begeeft. Het is het vermogen van krachtige mensen, aldus Notabene, om de angst toe te laten wanneer ze geen kwaad kan doen. Je kan de angst immers niet volkomen beteugelen, iedereen voelt zich soms wel eens angstig. Maar ik denk dat het hier nog verder gaat dan dat. Wat met mensen die een existentiële angst ervaren ten gevolge van een psychische aandoening, zoals burnout of depressie. De literatuur wijst erop dat burnouts niet zelden voorkomen bij krachtige, ondernemende mensen. De ideeën van Notabene in het achterhoofd zal het erop aankomen om de angst te leren kanaliseren en te leren transfigureren (een begrip dat Notabene ook vermeldt), zodat ze als brandstof kan dienen die, gevoed door de zwaarte van het bestaan, kan resulteren in een sterke levenskracht.

Nosce te ipsum

 

Soren Kierkegaard, Nicolaus Notabene, Inter et Inter, Procul, Voorwoorden, De crisis, De heer Phister, vertaling door Frits Florin en Annelies van Hees, van een nawoord voorzien door Paul Cruysberghs, Deel 13 van de Nederlandse Soren Kierkegaard Werken, Eindhoven: Damon, 2018 (oorspronkelijke uitgave 1848)

Bron afbeelding: https://en.wikipedia.org/wiki/Johanne_Luise_Heiberg


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Humor als existentiebepaling

  Even in herinnering brengen: volgens Climacus bestaan er drie existentiesferen: de esthetische, de ethische en de religieuze. Ik heb deze ...