Vermoeidheid slaat bij velen toe.
De zoveelste week lockdown, de
periode waarin we amper vrienden en familie mogen bezoeken blijft maar duren en
de economische gevolgen lijken niet meer te overzien. Is er wel een toekomst na
corona? Ongetwijfeld wel, alleen kan men zich afvragen hoe die toekomst er zal
uitzien.
Ongetwijfeld kunt u zich
herinneren hoe de enthousiaste leerkracht geschiedenis bij de aanvang van de
eerste les aan de klas de quasi retorische vraag stelde waarom we nu allemaal
geschiedenis moeten leren. Na een periode van contemplatieve stilte valt
eindelijke het verlossende antwoord: omdat we uit de geschiedenis moeten leren.
Nochtans leert de geschiedenis ons één ding, namelijk dat we niets leren. Wat
kort door de bocht, geef ik toe, maar misschien biedt de coronacrisis de
mogelijkheid om bewuster met deze vraag om te gaan. Dat deze crisis de
geschiedenisboeken zal halen, staat buiten kijf. Ik denk zelfs dat de meesten
onder ons dat beseffen. Vanuit het besef dat u en ik onderdeel zijn van een
historisch erg relevante gebeurtenis, kunnen we nu al nadenken over welke zaken
we kunnen onthouden in functie van de toekomst. Ik bied er u enkele
mogelijkheden aan.
Rabbi Jonathan Sacks,
wereldbefaamd filosoof en theoloog, wijst in zijn laatste boek Morality op een belangrijke culturele
verschuiving die hij Cultural Climate
Change noemt. Kortweg komt het erop neer dat de cultuur gedurende de
laatste decennia verschoven is van een collectief wij naar een individualistisch ik.
Hij toont dit uitgebreid aan vanuit heel wat maatschappelijke tendensen, maar
laat mij me beperken tot één voorbeeld. Universitair onderzoek wijst uit dat
teksten van popsongs de laatste decennia verschoven zijn van verhalen over wij naar verhalen over ik. De ikkigheid, om het met de woorden van Dirk De Wachter te zeggen,
creëert een cultuur waarin de mens wordt losgeweekt uit het sociale weefsel en
ronddoolt in Nietzsches oneindige leegte. Het hamstergedrag dat we spijtig
genoeg van dichtbij hebben kunnen meemaken, is daar een scherpe illustratie
van. Daartegenover staan de geweldige acties van solidariteit onder de mensen.
Restaurants die koken voor mensen uit de zorgsector, mensen die zingen uit
dankbaarheid of kopen bij de lokale handelaar, etc. Dit alles toont aan dat de
terugkeer uit de ikkigheid naar het wij mogelijk en wellicht noodzakelijk
is.
Vervolgens, zo toont Sacks aan,
worden we geconfronteerd met een wereldwijde crisis. Voor het eerst is mijn
probleem gelijkaardig aan het probleem van de Amerikaan, wiens probleem analoog
is aan dat van de Chinees of de Boliviaan. U en ik worden uitgedaagd tot wat
Sacks Global Responsibility noemt,
een verantwoordelijkheid die verder gaat dan de eigen achtertuin. Was
globalisering tot voor kort synoniem van een financieel-economisch mechanisme,
vandaag kan het verworden tot een vorm van wereldburgerschap, waarin een
gedeelde ethische code voorop wordt gesteld.
Ten slotte, en dat lijkt me heel
erg belangrijk, maakt deze crisis pijnlijk duidelijk dat de vanzelfsprekendheid
waarmee we anderen ontmoetten, helemaal geen vanzelfsprekendheid is. Misschien
nodigt het post-coronatijdperk ons uit tot een grotere dankbaarheid voor de
aanwezigheid van anderen in ons leven. Hopelijk worden de fundamenten gelegd
van een cultuur waarin het vertrouwen het haalt van het wantrouwen. Vertrouwen
dat niet alleen cruciaal is voor de dagelijkse omgang, maar zeker ook als grond
van een sterke, hopelijk meer menselijke economie.
De pessimist ziet alles negatief.
De optimist gelooft dat alles goed komt. Beide houdingen zijn in deze tijden
onverantwoord. Veeleer is er nood aan hoop. Het grote verschil tussen optimisme
en hoop is dat hoop gaat over het geloof in een positieve afloop mits
aanhoudende inspanningen. Deze inspanningen zie ik overal gebeuren. Ze vormen
de basis voor een nieuwe toekomst, na corona.
Biografie
Sacks,
Jonathan, Morality. Restoring the Common Good in Divided Times,
London: Hodder & Stoughton, 2020, 365p.
Bron: dewereldmorgen.be
Geen opmerkingen:
Een reactie posten