In een vorige bijdrage verdedigde ik de stelling dat de geschiedenis van de
filosofie gekenmerkt wordt door een merkwaardige evolutie. Ontstonden de
moderne positieve wetenschappen en humane disciplines uit de filosofie, de
filosofie van de toekomst zal ontstaan uit de positieve wetenschappen en de
humane disciplines. Om op een volwaardige wijze aan filosofie te kunnen doen,
zal de filosoof van de toekomst een doorgedreven training moeten hebben in de
positieve wetenschap of de humane discipline waarover de filosoof wil denken.
In 2015 interviewde journaliste en filosofe Kathleen Cools de
wereldberoemde fysicus Stephen Hawking. Hawking verklaarde ooit dat de
filosofie dood is. Cools vroeg hem of de filosofie niet nodig zal blijven,
willen we een antwoord kunnen formuleren op de vraag hoe een mens moet leven,
een vraag die eertijds door Socrates werd gesteld. Hawking beaamt het feit dat
filosofen ooit best geplaatst waren om deze vraag te beantwoorden, maar nu, zo
stelt hij, zijn de filosofen van vandaag niet meer mee met de inzichten van de
positieve wetenschappen. Nu zijn het de wetenschappers die de menselijke kennis
verder moeten ontwikkelen.
Hoe briljant de wetenschapper Hawking ook was, op filosofisch vlak scoort
hij hier ondermaats. Hij gaat immers voorbij aan het feit dat ook de
wetenschapper een doorgedreven filosofische training nodig heeft om met de
bevindingen van de wetenschap op een filosofisch verantwoorde wijze te kunnen
omgaan. Hoe belangrijk de inzichten van de wetenschap ook zijn, het getuigt
eerder van een naïef en blind vertrouwen dat de wetenschap ooit in staat zal
zijn om het volledige antwoord op de vraag naar wie de mens is en wat de
werkelijkheid omvat, te kunnen geven. Het is wat mij betreft zonneklaar dat
mensen, ongeacht hun achtergrond, van wetenschapper tot houtbewerker, over het
leven praten in (filosofische) termen die niet behoren tot het positief
wetenschappelijk jargon.
Hawking heeft wel gelijk wanneer hij stelt dat een filosofie die zich niet grondig
laat ondersteunen door inzichten uit de positieve wetenschappen en de humane
disciplines, inderdaad dood is.
Klik hier om het
eerste deel van de reportage van Terzake te zien. In dit deel hoor je Hawking zeggen
dat de filosofie dood is.
Klik hier om het tweede deel van de reportage te zien. Rond de achtste minuut stelt Cools
de vraag over de filosofie.
In het centrum van het interview staat de fundamentele aanvulling op de vraag of volledige kennis van de natuurwetten voldoende is om het leven te doorgronden. Is de wereld dan begrijpbaar genoeg? Kan natuurkundige kennis m.a.w. een antwoord geven op onze vraag naar de zin van het leven? Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat die zinsvraag vooral van Hertog komt en minder van Hawking?
BeantwoordenVerwijderenWat jouw tekst betreft: filosofie kun je inderdaad niet los zien van wetenschappelijke inzichten. Een filosofische manier om over het leven te praten vinden we terug in de kunsten. Om filosofisch over kunst te spreken moet je vertrouwd zijn met inzichten uit bv. de literatuurwetenschap of de theologie. Ik heb onlangs naar de Seven Psalms van Paul Simon geluisterd, ik denk dat je dit als een filosofische stem kunt beoordelen omdat deze muziek en deze teksten het hogere oproepen.
Een mooi voorbeeld van die merkwaardige evolutie, de omkering van filosofie en wetenschap, is mijns inziens de esthetica, die een filosofische stem vertolkt in de kunst- en muziekwetenschap. Zo meent Roger Scruton dat een subjectief gegeven als schoonheid niettemin voldoet aan een aantal objectieve basisvoorwaarden die vroeger door de aristocratie ontwikkeld werden. Een verfijnde smaak met andere woorden. Veel muziek van vandaag ervaren we als vulgair (denk aan seksueel uitdagend gedrag in shows) en kan dus volgens Scruton niet als schoonheid en bijgevolg niet als kunst beoordeeld worden. Dit standpunt lokt heel wat controverse uit in een seculiere samenleving waar 'elke mening telt'. Scruton ziet de hogere kunst immers als de opvolger van het goddelijke dat we vroeger leerden kennen doorheen de kerkelijke riten waarvan de westerse mens vervreemd geraakt is.
Kan ook wetenschap schoonheid zijn? Ik denk het wel. Zoals de kosmologie. De illustratie van Einsteins zwarte gat die Hertog tekende, is volgens mij ook schoonheid, omdat het net als vb. Bachs Mattheusprocessie het hogere oproept.